Geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde burgerhuizen in Louis-Philippestijl, volgens de bouwaanvraag uit 1852 opgetrokken in opdracht van F.J. Markelbach. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen elk drie bouwlagen en drie traveeën onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Bij de vernieuwing van de gevelafwerking van het linker pand (nummer 18), ging het stucdecor grotendeels verloren. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met afgeronde bovenhoeken, geprofileerde dagkanten, stucsleutels en gietijzeren parapetten. Spiegels accentueren de penanten van de eerste, tandlijstjes de onderdorpels van de tweede verdieping. Een breed klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, spiegels met ruitmotief in de fries en een houten kroonlijst met tandlijst en uitgelengde voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschrapers.