Twee villa's in cottagestijl in omhaagde, deels ommuurde tuin met gietijzeren hek; samen één bouwblok vormend. Volgens bouwaanvragen respectievelijk uit 1907 en 1908; laatste naar ontwerp van architect J. Heyneman (Uitkerke). Verhoogde begane grond met respectievelijk drie en twee bouwlagen onder wisselend dakenspel onder meer pseudo-mansardedak (bitumen) met dakkapellen (zadeldak) en dakvensters onder luifel. Arduinen plint en breukstenen sokkel waarboven betegeld gevelparement, verlevendigd door middel van dubbele banden en faiencetableaus ter hoogte van de kroonlijst (nummer 7). Geprofileerde gootlijsten op uitgelengde klossen; fraaie superpositie van houten erkers onder luifel; houten balkons met dito borstweringen. Rechthoekige vensters onder meer onder gecementeerde latei; verzorgd houtwerk onder meer kleine roedeverdeling met art-nouveau-inslag in bovenvlakken. In zijgevel nummer 7: geprononceerde deurtravee met rechthoekige deurnis met deels beglaasde vleugeldeur en gietijzeren dolfijnfiguur op arduinen console waarboven bekronend overkragend risaliet, uitlopend op puntgevel; nummer 8: verdiepte deurtravee, waarin onder meer faiencetegeltableau met huisnaam en florale motieven, uitlopend op attiek.