Winkelhuis van 1907 met eclectisch uitgewerkte gevel met art-nouveau-inslag. Drie bouwlagen onder mansardedak (leien) uitlopend op een centraal dakvenster met tuitgevel en schouderstukken. Parement in witgeglazuurde baksteen verlevendigd door banden in bruingeglazuurde baksteen. Vernieuwde, centrale erker met bekronend balkon. Segmentboogvormige, gekoppelde vensters onder korfboogvormige druiplijst en met sluitstenen versierd met florale motieven. Vensteromlijsting op de verdieping versierd met spiegels en cirkelmotief. Brede dakgoot rustend op uitgelengde, houten consoles.