Bankgebouw in eclectische stijl opgetrokken in opdracht van de Banque C.J.M. de Wolf, naar een ontwerp door de architect Edmond Leclef uit 1882. De Banque C.J.M. de Wolf werd in de latere 18de eeuw opgericht door Charles Michel de Wolf (1747-1806). Door zijn huwelijk in 1810 met diens weduwe Jeanne Antoinette de Wolf-Ergo (Antwerpen,1772-Antwerpen,1857), kwam de bank vervolgens in handen van Pierre Joseph de Caters (Antwerpen, 1769-Antwerpen, 1861). Deze resideerde in het aanpalende hotel Van Ertborn, dat hij in 1820 had aangekocht. De bouw van de nieuwe bankzetel in 1882, ging gepaard met de statuutswijziging van de privé-bank tot de Société Anonyme Banque C.J.M. de Wolf. Deze werd in 1893 omgevormd tot de Banque de Commerce, die in 1922-1926 een nieuw bankgebouw liet optrekken door de architecten Joseph Hertogs, Frans en Henri Van Dijk in de Lange Gasthuisstraat.
De Banque C.J.M. de Wolf is representatief voor het vroege zelfstandige oeuvre van Edmond Leclef, die de succesvolle praktijk van zijn in 1878 overleden vader Heliodore Leclef voortzette. Met statige herenhuizen voor de hogere burgerij, drukten vader en zoon Leclef tijdens de jaren 1870 hun stempel op de Leien. Vermoedelijk actief tot zijn overlijden in 1902, evolueerde de architectuur van Edmond Leclef van een door de Lodewijk XVI-stijl geïmpregneerd neoclassicisme, in de jaren 1880 naar een kleurrijk eclecticisme met invloeden van de neo-Vlaamserenaissance-stijl.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat het gebouw een souterrain en twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met overvloedig gebruik van blauwe hardsteen in de pui en witte natuursteen in de bovenbouw, voor de plint, puilijst, speklagen, hoekkettingen, deur- en vensteromlijstingen, lekdrempels, borstweringen, de fries en dakkapellen. Rustend op een hoge, geblokte sokkel met geprofileerde plint, en horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door hoekkettingen, en is doorgetrokken tot in de bedaking. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geblokte omlijsting met hanenkam, in de pui voorzien van fraaie smeedijzeren tralies, op de bovenverdieping geaccentueerd door een gestrekte waterlijst en een paneel op de borstwering. De rechthoekige inkomdeur met getralied bovenlicht is gevat in eenzelfde omlijsting, gemarkeerd door een entablement met diamantkopsleutel op voluutconsoles. Een klassiek hoofdgestel met achitraaf, trigliefenfries en een gekorniste houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; twee geblokte dakkapellen met vleugelstukken, hanenkam en driehoekig fronton, oorspronkelijk geflankeerd door oeils-de-boeuf. De smeedijzeren inkomdeur is recent verwijderd; bewaarde souterraintralies en gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1882#1349.