Hoeve zogenaamd "Den Bouw" en voormalige herberg "Den Bouw", opgericht in 1824 door notaris Antoine Droesbeke als hoeve met afhangen (volgens kadasterarchief, registratie in 1835).

Hoeve met losse bestanddelen, bestaande uit een boerenhuis, bakhuis en schuur met stallen. Aan de straatkant gelegen boerenhuis van zes traveeën (noordzijde van het erf). Witgekalkte, verankerde baksteenbouw op gepikte plint en onder een zadeldak met pannen; dakoverstek op schoren boven de achterdeur. Straat- en erfgevel met getrapte, bepleisterde daklijst. Licht getoogde hoge muuropeningen met hardstenen lekdrempels, zijgevels met centraal rondboogvenster en twee lagere zoldervensters. Witgeschilderd, bewaard houtwerk en geel en zwartgeschilderde luiken met luikklemmen. Wellicht in de jaren 1950 vervangen toegangsdeur met decoratief smeedwerk in het deurlicht en een bovenlicht; daarboven twee haakvormige klemmen (voor gevelbord?). Pomp tegen de zuidelijk gerichte achtergevel. Naar verluidt gedeeltelijk vernieuwd interieur (onder meer vernieuwde deuren, vloeren) met hermetste Vlaamse schouw en balkenroosteringen achter de valse plafonds. Opkamer en huiskelder op de zuidoosthoek (confer opkamervenster en getralied kelderraam); kelder met vlak bepleisterde zoldering.

Aan de straatkant gelegen tweeledig bakhuis, aangebouwd tegen de linkerzijgevel van het boerenhuis. Witgekalkte, verankerde baksteenbouw op gepikte plint en onder zadeldaken pannen. Bewaarde bakoven.

Dwarsschuur aan de zuidoostzijde van het erf. Witgekalkte, verankerde baksteenbouw op een gepikte plint en onder pannen zadeldak, boven de erfgevel overstekend op schoren. Rechthoekige openingen, onder meer schuurpoort onder houten latei en staldeuren. Ten noorden aanpalende lagere varkensstallen met gelijkaardige vormgeving.