Geheel van drie volgens repeterend schema gekoppelde, neoclassicistische burgerhuizen, waarvoor een bouwaanvraag uit 1838 door de heer H. Myin. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van twee of drie (nummer 4) traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, vandaag gedecapeerde, bakstenen lijstgevels, met dorpels en deuromlijstingen uit blauwe hardsteen. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit naar boven toe verkleinende registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, met individuele lekdrempels, smeedijzeren tralies op de begane grond en gietijzeren parapetten op de eerste verdieping. Het bredere rechter pand (nummer 4) onderscheidt zich door een deuromlijsting met neuten, pilasters en een gestrekte, gekorniste waterlijst op rozetconsoles. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1838#221.