Traditioneel herenhuis van vier traveeën en oorspronkelijk twee bouwlagen, door middel van muurankers gedateerd 1567. De derde bouwlaag van de voorbouw werd toegevoegd tijdens de late 18de of de vroege 19de eeuw. De heer Verschaeren liet in 1878 door de architect Ferdinand Hompus de hardstenen plint toevoegen. In opdracht van de heer D. Vansina verving de architect Jan Smits in 1931 het zadeldak door een pseudo-mansarde. In 1958 werd de gevel gedecapeerd en hersteld in opdracht van de firma Sogémar. Het pand omvat drie vleugels rond een kleine binnenplaats.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel heeft op de eerste twee bouwlagen een parement uit baksteen met zandstenen, speklagen, negblokken en steigergaten, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Ook in de toegevoegde derde bouwlaag zijn zandstenen negblokken verwerkt, wellicht gerecupereerd van de oorspronkelijk dakvensters. Hardstenen plint uit 1878, en aangepaste rechthoekige vensters met kwartholle negblokken, hardstenen lateien en dorpels, getralied op de begane grond. Rondboogpoort met bovenlicht gevat in een renaissance-omlijsting uit blauwe hardsteen in de eerste travee. Geblokt beloop vanaf een geprofileerde basis met imposten, sluitsteen en panelen in de boogzwikken, het geheel verrijkt door diamantkoppen, afgedekt door een gekorniste, gestrekte waterlijst. Het getoogd bovenlicht heeft vleugelstukken en een eenvoudige sluitsteen onder een gebogen waterlijst. De houten vleugeldeur met smeedijzeren spijkerbeslag en slotplaat, de gebeeldhouwde makelaar versierd met een visser, anker en wapenschild, dateert vermoedelijk uit het interbellum of de jaren 1950.
Zeer kleine binnenkoer omgeven door gevels van twee traveeën in traditionele stijl. De vierkante traptoren, tot in 1931 bekroond door een spits, waarvan de muren volledig bezet zijn met Delftse tegels, herbergt een eikenhouten trap.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1878#250, 1931#39393 en 18#38113.