erfgoedobject

Burgerhuis in art deco

bouwkundig element
ID
54968
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/54968

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Art-deco-burgerhuis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Art-deco-burgerhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Het hier behandelde art deco-pand van circa 1925 maakt deel uit van de rijbebouwing van de noordzijde van de Koninginnelaan tussen de L. Van Hinsbergsstraat/ Duinenweg en de P. De Smet De Naeyerlaan. Het art deco-ontwerp van Geo Henderick onderscheidt zich van de aanpalende bebouwing uit dezelfde periode, dit door vormgeving en materiaalgebruik.

Volgens het kadaster wordt het huis aan de Koninginnelaan nummer 13 in 1892 vergroot en wordt achter het huis een smidse gebouwd. Eigenaar is dan Arthur Minne-Deswaef, winkelier te Middelkerke. In 1923 worden de weduwe en de kinderen van blikslager Minne-Deswaef eigenaar. In de periode 1925-1928 wordt het pand verkocht aan Arthur en Jozef Boerjan, timmerlieden te Middelkerke. De bestaande bebouwing ligt in puin en het huidige huis wordt gebouwd, met een bijgebouw aan de Duinenweg (de percelen aan de Koninginnelaan en de Duinenweg worden verenigd tot één pand). Volgens literatuur situeert deze bouw zich in 1925 (G. Deseyn, Geo Henderick 1879-1957). Dat het pand in puin ligt na de Eerste Wereldoorlog is in Middelkerke en Westende-Bad regel en geen uitzondering. Dat er "briques de Venlo" (zie verder) gebruikt werden, heeft mogelijk te maken met schaarste van de lokale Nieuwpoortse baksteen door de grote vraag tijdens deze wederopbouwperiode. In 1954 wordt het nutsgebouw aan de Duinenweg afgebroken en vervangen door het huidige huis.

In het Archief Geo Henderick (bewaard in het Designmuseum te Gent) is een niet gedateerd bouwplan (gevelopstand) van het pand aan de Koninginnelaan bewaard. Het bouwplan is gesigneerd door Geo Henderick (Gent, 1879-1957), bovenaan het plan is geschreven dat het om een eigendom van "Madame Veuve Minne-Deswaef" gaat. Deze naam is echter geschrapt en erboven is geschreven "mijnhe(er) Boerjan". Het ontwerp situeert zich in het begin van de tweede grote productieperiode van Henderick, met name de periode 1925-1935. De gevelopstand - een mooi uitgewerkte pentekening - komt in erg grote mate overeen met de gerealiseerde gevel: een verschil is het niet opengewerkt zijn van het bakstenen balkon, de uitwerking van de motieven onder de zoldervensters en de niet uitgevoerde of verwijderde windwijzer in de vorm van een zeilbootje. Ter hoogte van het balkon en de achtzijdige venstertjes zijn hangplanten getekend.

Het enkelhuis telt drie traveeën – het huis is breder dan de aanpalende huizen - en drie bouwlagen onder een hoog zadeldak (blauwe mechanische pannen), mank aan de achterzijde. De gevelopstand is uitgevoerd volgens het in het Designmuseum bewaarde bouwplan van Geo Henderick. De architectuur wordt gekenmerkt door een art deco-vocabularium dat sterk beïnvloed is door de expressionistische baksteenarchitectuur van de Amsterdamse School, waarvan Hendericks tweede grote productieperiode 1925-1935 doordrongen is.

Art deco-woonhuis opgetrokken in een markerende gele sierbaksteen, gecontrasteerd door de witgeschilderde cementering voor de begane grond en de haakse verhoogde klokgevel. De overgangen zijn gemarkeerd: tussen de begane grond en de bovenverdiepingen met een luifel met schuine dakranden (rode geschubde kunstleien, typisch voor de kuststreek), als aanzet voor de driezijdige erker – tussen de eerste en de tweede verdieping door een verspringing van gecementeerde en bakstenen vlakken.

De begane grond is uitgewerkt met een arduinen plint, waarboven een witgeschilderde cementering met imitatiebanden. Drie traveeën met rechthoekige muuropeningen, links deurtravee. De middelste travee met breed venster is licht paraboolvormig, en volgt als het ware de lijn van de driezijdige luifel en erker. Bewaard witgeschilderd houtwerk met gelede roedeverdeling in de bovenlichten, het centrale venster is drieledig uitgewerkt. Rechthoekige deur, rechthoekige beglazing met afgeschuinde hoeken, ijzeren grillle met geometrische motieven.

De eerste verdieping is uitgewerkt met een brede driezijdige erker aanzettend op een luifel met schuine dakranden (rode, geschubde kunstleien, de onderkant is uitgewerkt met een witgeschilderd houten plafond). Vijfledig, rechthoekig, witgeschilderd venster onder kopse laag. Geprofileerd blokraam: benedenvakken (schuiframen) met glas-in-lood met gebrandschilderde taferelen in de centrale kalibers, en kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Tweede verdieping. De erker is bekroond met een balkon met een opengewerkte borstwering. Deze borstwering is in het middelste vlak verticaal opengewerkt en op de hoeken voorzien van postamenten met witgeschilderde bolbekroning. Horizontale aflijning door vooruitspringende kopse laag. Op de achterzijde van de borstwering inscriptie "BRIQUES DE VENLO/ CHV", over meerdere koppen gespreid, in de baksteen ingebakken. De twee deurvensters (grote roedeverdeling) van het balkon zijn afgeschermd door een luifel bestaande uit een dakje (rode, geschubde kunstleien) met gootlijst (nu omkaderd in kunststof) op drie gesculpteerde korbelen. De onderzijde van de luifel is uitgewerkt met een witgeschilderd houten plafond. Het balkon is aan beide zijden geflankeerd door bakstenen penanten met smalle achtzijdige vensters met een verlaagde dorpel van kopse bakstenen (kan mogelijk geïnterpreteerd worden als (ruimte voor) bloembak, cf. aanduiding van hangplanten op het bouwplan). De bovenzijde van de achtzijdige vensters is reeds gevat in het witgeschilderde gecementeerde vlak met accentuerende vijfhoeken. De penanten zijn als het ware bekroond door de vooruitspringende kroonlijst met gesculpteerde consoles (nu omkaderd in kunststof). Dakverdieping. Het middengedeelte met de erker, balkon en luifel wordt bekroond door een verhoogde, gestileerde klokgevel. De witgeschilderde gecementeerde gevel is afgelijnd door een dito vooruitspringende band. Iets boven de kroonlijst is de verhoogde gevel geflankeerd door bolbekroningen, een herhaling van de bekroning van het balkon. De klokgevel is opengewerkt met twee rechthoekige vensters met afgeschuinde bovenhoeken (vleugelvensters met grote roedeverdeling). De vensters zijn geplaatst boven een borstwering met verdiepte geometrische motieven. De geveltop is versierd met een geometrisch plaatmotief dat de aflijning van de gevel volgt. Het "bol- en plaatmotief" is ook typisch voor het oeuvre van Geo Henderick.

Eenvoudige achtergevel met cementering, vier bouwlagen met verspringende gevellijn. Uitbouwen onder platte daken, ten westen één bouwlaag, ten oosten twee bouwlagen. De lage uitbouw van een veranda met zenitale verlichting is uitgewerkt met een fijne beschilderde beraping en afgelijnd door een gootlijst op klossen. Bewaard witgeschilderd houtwerk met grote roedeverdeling en glaspartijen. Voorts in de achtergevel vernieuwd houtwerk. Koer met eenvoudige betegeling.

Het interieur is grotendeels bewaard. Klassiek grondplan, geen plattegronden bewaard in het archief Geo Henderick. Dat het grondplan weinig organisch is kan mogelijk verklaard worden door de hypothese dat Geo Henderick het grondplan niet zou ontworpen hebben of zich beperkingen opgelegd zag. Het verzorgde binnenschrijnwerk kan mogelijk gelinkt worden aan de bouwheren, de Middelkerkse timmerlieden Boerjan. Brede hall. Muren met similibezetting met geschilderde voegen boven marmeren (?) plint, tegelvloer met geometrische motieven, geproduceerd door de Franse firma Utzschneider & Jaunez (ook gekend als Cerabati) met onder meer vestingen in Jurbise (Henegouwen) en Wasserbillig (Groot-Hertogdom Luxemburg). Plafond met kooflijsten en rozet. Vleugeldeur leidend naar de eigenlijke gang: pitchpine met houtimitatiebeschildering of gevernist, panelen met geometrische motieven, bovenlichten met gebogen bovenzijde, gevat in een kozijn met rechthoekige bovenlichten en kooflijst. De voordeur heeft aan de binnenzijde dezelfde houtimitatiebeschildering. Rechts in de hall, nu dichtgetimmerde deur naar het eerste salon. De eigenlijke gang: dezelfde vloer, houten bordestrap (zelfde houtimitatiebeschildering) met mooie trappaal en –spijlen, houten afscherming van de trap naar de kelder, deur van hetzelfde type. In schuine muur, deur naar het tweede salon, zelfde type deur gevat in dito kozijn. Enfilade van twee salons: vleugeldeur met glas-in-lood, gevat in dito kozijn met bovenlicht, marmeren schouwen, plafonds met kooflijsten en stucwerk. De ruimtes achteraan en de veranda zijn oorspronkelijk (cf. kadasteronderzoek), maar ondergingen in het midden van de 20ste eeuw een verbouwing: cf. andere vloer, enfilade met rondboog, lage muurtjes in rode sierbaksteen. Het plafond met kooflijst en zenitaal lichtvlak met geometrische roedeverdeling en gehamerd glas in verschillende kleuren (laterneau), en de lambrisering met band met vruchtenmotief zijn wel oorspronkelijk.

Op de verdiepingen loopt de trap telkens uit op gekoppelde deuren. Van het buitenschrijnwerk zijn de hengsels en sluitingen bewaard, houtimitatiebeschildering. Eenvoudiger marmeren schouwen.


Bron: Beschermignsdossier DW002412
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/54968 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.