Traditioneel breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), te dateren in de eerste helft van de 17de eeuw. Voorname rijwoning met dubbelhuisopstand in bak- en zandsteenbouw met speklagen, kwartholle negblokken, steigergaten en een holronde daklijst, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie, afgewerkt met een latere houten kroonlijst. Pastoor Cauwenberghs liet in 1856 door de steenkapper Jean Joseph Rousseaux de plint uit blauwe hardsteen aanbrengen. De rechthoekige vensters van de eerste en tweede bouwlaag zijn in de eerste helft van de 19de eeuw verlaagd, de kruisen verwijderd en hardstenen lekdrempels toegevoegd; het oorspronkelijk wigvormig ontlastingssysteem is bewaard. Rechthoekige deur in hardstenen omlijsting in de vierde travee. Imposant, getrapt, tweeledig dakvenster van zeven treden met een overhoeks topstuk en schouderstukken boven de twee middentraveeën. Gemarkeerd door druiplijsten, wordt de eerste geleding geopend door een drielicht, samengesteld uit rondboogvormig middenluik in een zandstenen omlijsting met sluitsteen en imposten, en twee flankerende kloosterkozijnen. Hierboven een rechthoekig luik. Zijtrapgevel, eveneens met rechthoekige aangepaste vensters. Identieke achtergevel doch zonder dakvenster.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1856#452.