Nummer 16. Groot Tempelhof confer naambord. Historische hoeve, vroeger zetel van de commanderij Slijpe van de Tempeliers - vanaf 1312 van de Hospitaalridders - belast met administratief en financieel beheer van de goederen in de omgeving.

Op de kaart van Brugse Vrije van P. Pourbus (1561-1571) afgebeeld als een omwalde en ommuurde site met onder meer brouwerij, kapel, hoofdgebouw, hospitaal...; aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) als omwalde hoeve zogenaamd "Cense Groot Tempelhof". Archeologisch onderzoek tijdens de laatste decennia resulteerde in de volgende ontdekkingen: kapel met aanpalend kerkhof, een deel van het hoofdgebouw, een middeleeuwse waterput, de fundamenten van het hospitaal, het armenhuis, een 18de-eeuwse schuur, grondvesten van de middeleeuwse schuur, een gedeelte van de ommuring. Na de Eerste Wereldoorlog grosso modo heropgebouwd naar de plannen van architect R. Heyneman (Knokke) van 1921. Wederopbouw in aansluiting met de traditionele hoevenbouw confer opstelling-indeling: langgestrekte hoeve, confer links stalgedeelte + boerenhuis onder haakse bedaking, gelegen ten noorden van begrint erf, dwarsschuur ten zuiden; materialen: verankerde baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken; streekeigen bouwelementen: (zij-)tuitgevels bij boerenhuis voorzien van oculus; rechthoekige muuropeningen verdiept in korfboogomlijstingen.

Nummer 15. Zogenaamd Klein Tempelhof. Gelijkaardige hoeve naar ontwerp van architect T. Raison (Brugge) van 1920. Typerend middenrisaliet met getrapte tuitgevel.