Handels- en kantoorgebouw in art-nouveaustijl op de hoek van de Meir en de Lange Klarenstraat, naar een ontwerp door de architect Georges Matthyssens uit 1913. Opdrachtgever was de maatschappij L’Epargne Immobilière, die voor zover gekend van 1910 tot 1914 bouwactiviteiten ontplooide in Antwerpen, met Matthyssens als afgevaardigd bestuurder-directeur. Voor het project werd een hoekpand met oude kern en een empire-lijstgevel uit de vroege 19de eeuw gesloopt, destijds het café-pension “A la Vue du Palais”. Het nieuwbouwprogramma omvatte een onderkelderde winkelruimte op de begane grond en suites van huurkantoren op de bovenverdiepingen. Van dit type vastgoedprojecten werden er tijdens het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere opgetrokken op de Meir. Zo had Matthyssens in 1910 even verderop al een handels- en kantoorgebouw in beaux-artstijl gerealiseerd, met een gelijkaardig programma. Minstens sinds begin jaren 1930 was in het gebouw van L’Epargne Immobilière de bekende schoenenzaak “Cecil” gevestigd, die zich destijds adverteerde met een enorme lichtreclame op het dak. Het zeldzame winkelinterieur met wandkasten en toonbanken in fraai houtwerk, werd pas bij de renovatie en herbestemming van het gebouw in 2001 gesloopt, ondanks de integrale bescherming als monument sinds 1983.
Het elegante handels- en kantoorgebouw op de Meir behoort tot de belangrijkste realisaties van de bouw- en vastgoedmaatschappij L’Epargne Immobilière, samen met haar maatschappelijke zetel, een monumentaal kantoorgebouw in eclectische stijl in de Jezusstraat. Eveneens actief op de privé-woningmarkt, zijn van de maatschappij op het grondgebied van Antwerpen slechts een drietal bouwdossiers gekend, waaronder de woning Mortelmans in de Markgravelei. Georges Matthyssens die vanaf de late jaren 1870 een succesvolle carrière uitbouwde, tekende onder meer in de wijk Zuid voor een groot aantal neoclassicistische burgerhuizen. Zijn architectenwoning uit 1881 in de Sint-Jozefstraat onderscheidt zich net als enkele panden aan de Zuiderdokken door de neo-Vlaamserenaissance-stijl. De Duits geïnspireerde art-nouveaustijl van het handels- en kantoorgebouw op de Meir, waarvan vooral het smeedwerk in het oog springt, behoort tot de uitzonderingen in zijn late oeuvre dat wordt gedomineerd door de klassieke beaux-artsstijl. Waar de architect in de laatste fase van zijn loopbaan projecten van L’Epargne Immobilière combineerde met privé-ontwerpopdrachten, lijkt hij na de Eerste Wereldoorlog niet meer actief te zijn geweest.
Met een totale gevelbreedte van negen traveeën, telt het gebouw vier bouwlagen onder een mansardedak. Waar voor de structuur van het gebouw gebruik werd gemaakt van gewapend beton, onderscheidt de lijstgevel zich door een natuurstenen parement met een uitermate verzorgd vlakreliëf en een verfijnde ornamentatie in florale art-nouveaustijl. De compositie legt de klemtoon op de afgeronde en doorlopende beglaasde hoektravee die als middenas fungeert, symmetrisch geflankeerd door twee geknikte geveltoppen. Rondbooglisenen met een gelede waterlijst op bewerkte imposten als bekroning, bepalen het verticale gevelritme. Horizontaal affirmeert een omlopend balkon de opdeling tussen de bovenbouw, die aan een regelmatige vensterordonnantie beantwoordt, en de winkelpui. Volledig opengewerkt tot vitrines bestaat de pui uit een geprofileerde plint en pilasters in gepolijst grijs graniet, met een houten rolluikkast als bekroning. Het schrijnwerk met bewerkte tussendorpel voor de vitrines en gebombeerd glas voor het hoekportaal is bewaard, evenals het ophaalmechanisme van de zonnetenten. Ongebruikelijk is het profiel en de bekleding met rode leipannen van het mansardedak, dat op de hoek is afgerond en over een dubbele rij respectievelijk klimmende en kepervormige dakkapellen beschikt, en waarvan de nok wordt bekroond door een mastvormig topstuk met bolornament. Het vensterschrijnwerk van de bovenverdiepingen werd vernieuwd.
Naast het ornamentele beeldhouwwerk, kenmerkt de architectuur van het gebouw zich vooral door het uitzonderlijke smeedijzer, beide met een graad van naturalisme vergelijkbaar met de art nouveau van de Ecole de Nancy. Het smeedwerk, waarvan de auteur niet gekend is, toont een stilistisch verwantschap met het werk van de Lierse kunstsmid Louis Van Boeckel. Het sculpturale decor dat imposten, fries en geveltoppen accentueert, en het smeedwerk van de privé-deur en de oplopende vensterpartij in de hoektravee, kenmerken zich door eenzelfde, vermoedelijk op klimop geïnspireerd motief, met bladranken, bloemknoppen en -kelken, in combinatie met een vlechtbandpatroon. Het typische kraal- en dropmotief dat de borstweringen, lisenen en geveltoppen siert, lijkt net als het ovale medaillonpatroon van de smeedijzeren balkonleuning veeleer ontleend aan de Duitse of Weense art nouveau.
De vandaag volledig verbouwde winkelruimte beslaat van bij oorsprong de volledige begane grond, met uitzondering van de inkom- en traphal met lift van de kantoren in de travee uiterst links. De roostering werd oorspronkelijk ondersteund door een centrale gietijzeren kolom, waarrond de wenteltrap naar de opslagruimte in de kelder bevestigd was. Volgens de bouwplannen boden de bovenverdiepingen en mansardes ruimte aan een suite van een groot en klein kantoor, een wachtkamer en sanitair.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2013: Handels- en kantoorgebouw in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/147401 (geraadpleegd op ).
Interessant art-nouveau-hoekhuis wellicht voltooid in 1915. Lijstgevels van vijf en drie traveeën en vier bouwlagen onder pseudo-mansardedak, oorspronkelijk met rode terracotta leipannen bekleed; gevels van natuursteen uitlopend in twee afgeknotte puntgevels. Verticale gevelordonnantie gemarkeerd door de afgeronde hoektraveeën, als erker opengewerkt met decoratief ijzersmeedwerk; de lichtjes verdiepte, boogvormige traveeën, doorlopend over de bovenverdieping Merkwaardige origineel bewaarde winkelpui gestut door gepolijste, granieten pijlers, waarboven een breed, doorlopend balkon met smeedijzeren hek. De gehele gevel is opgehoogd met decoratief reliëf.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Handels- en kantoorgebouw in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5514 (geraadpleegd op ).