Burgerhuis met traditionele kern, oorspronkelijk een diephuis met trapgevel dat minstens opklimt tot de 17de eeuw. Het pand werd in 1862 verhoogd met een derde verdieping en aangepast met een lijstgevel in neoclassicistische stijl. Opdrachtgever was Marie Le Grelle-van Den Bol (Antwerpen, 1784-Gestel, 1870), weduwe van Pierre Le Grelle (Antwerpen, 1769-Gestel, 1841). De werken werden uitgevoerd door Jacobus Franciscus Lega, een aannemer die in Antwerpen actief was van omstreeks 1840 tot begin jaren 1880. Oorspronkelijk werd de getrapte geveltop van zes treden en topstuk geopend door een drielicht met rondbogig middenluik tussen kloosterkozijnen, belijnd door een omlopende waterlijst, waarboven een rechthoekig luik.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning vier bouwlagen, vandaag onder een plat dak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, vermoedelijk in bak- en zandsteenbouw. Regelmatige registers van rechthoekige, naar boven toe verkleinende vensters met geprofileerde dagkanten, op kordonvormende lekdrempels met spiegels op de borstweringen. De smalle penanten en smeedijzeren muurankers met gekrulde spie op de eerste en tweede verdieping geven de oude kern aan. Klassiek hoofdgestel met breed gelede architraaf, fries en houten kroonlijst. Verbouwde pui, volgens het gevelontwerp uit 1862 met enkelhuisopstand.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1862#359.