Neoclassicistisch herenhuis gebouwd in opdracht van de heer Reyniers-Vrancken, naar een ontwerp door de architect Franciscus De Wolf uit 1851. Van deze architect zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit begin jaren 1830 tot midden jaren 1850. Het bouwperceel maakte deel uit van de verkavelde gronden van het voormalige, in 1614 opgerichte miniemenklooster. Dit laatste onderscheidde zich aan de Meir door een 53 meter lang gevelfront. Opgeheven in 1797 en omgevormd tot kazerne, werden de gebouwen in 1851 gesloopt, de gronden in loten verkocht en vervolgens opnieuw bebouwd met burger- en herenhuizen.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de voorname rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel, oorspronkelijk met enkelhuisopstand, bepleisterd en beschilderd op een hardstenen plint, werd vermoedelijk begin jaren 1900 voorzien van een cementbepleistering in imitatie-natuursteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door geprofileerde waterlijsten onder meer met tandlijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de twee middentraveeën. Deze worden op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met voluutconsoles en balustrade. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met geriemde omlijsting, balustrade en gestrekt entablement, op de eerste verdieping op voluutconsoles. Een klassiek hoofdgestel met casementen tussen mascarons en festoenen (begin jaren 1900) in de fries, en een houten kroonlijst op voluutconsoles en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Volledig verbouwde begane grond, oorspronkelijk drie omlijste rechthoekige vensters met individuele lekdrempel en een dito koetspoort in de rechter travee.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203910 (geraadpleegd op ).
Eertijds fraai herenhuis van vier traveeën en drie bouwlagen in neoclassicistische stijl, daterend uit de derde kwart van de 19de eeuw, momenteel echter winkelhuis (twee puien) met gecementeerde lijstgevel. Horizontale gevelgeleding door middel van doorlopende kordons, waterlijstjes, tandlijstjes, alsmede door de balustrades voor deurvensters. Voorts, hoge rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen, bekroond door gestrekte waterlijsten, op de tweede bouwlagen steunend op consoles. Geprofileerde kroonlijst op bewerkte modillons, tandlijst en als consoles uitgewerkte guirlandes met maskerkoppen.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5529 (geraadpleegd op ).