De oude dekenij is gelegen in de Kloosterstraat en werd naar ontwerp van Lambert Jaminé in 1840-1841 opgericht ter vervanging van de oude pastorie. Ten zuidwesten van het gebouw werd een oranjerie gebouwd. De voortuin is afgesloten door een tuinmuur met dubbel hek.
De oude dekenij werd opgericht in 1840-1841, naar ontwerp van provinciaal architect Lambert Jaminé (1800-1871), als pastorie ter vervanging van de oude pastorie in de Begijnhofstraat. Deken Paquay bericht hierover in "Bilzen voorheen": "[...] De noodzakelijkheid van een nieuwe pastorij drong zich op. E. H. Hoebaux, pastoor-deken geworden in 1837, nam deze onderneming ter harte. Daar de vochtige pastorij in een vochtige hoek gelegen was, koos hij daarnaast een droge en gezonde plaats op een stuk grond van de Kerkfabriek uitgevend op de Kloosterstraat en belast met de stichting van de Sacramentsmis. Deze hof had vroeger toebehoord aan de Ridderheren van Oude-Biezen."
De dekenij werd gebouwd op een perceel dat toebehoorde aan de landcommanderij van Alden Biesen en waar voorheen de hof van de Duitse Orde was gelegen. Op dit perceel bevond zich tot circa 1990 een tuinprieel, dat gebouwd werd door Ferdinand, Baron van Sickingen, die landcommandeur was te Alden-Biesen van 1743 tot 1749.
In de Atlas van de Buurtwegen (1841) wordt de dekenij aangeduid als gelegen op 15 meter van de straatwand. Voor het gebouw ligt een voortuin en het is van de straat afgesloten door een tuinmuur. In latere fase werd in de voortuin een oranjerie gebouwd. Na het overlijden van de laatste deken in 1985 werd het gebouw gebruikt als school tot 2000. Na tien jaar leegstand werd de dekenij in 2012 gerestaureerd door Rik Maurissen (architectenvennootschap Spectrum) in samenwerking met architect Jos Dreesen en heringericht tot appartement en kantoorruimte. In de oranjerie werd het parochiaal secretariaat ondergebracht.
De dekenij is een alleenstaand breedhuis met dubbelhuisopstand met vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak. Het betreft een oorspronkelijk bakstenen gebouw waarvan de voorgevel op het einde van de 19de eeuw gecementeerd en beschilderd werd. In de gevel bevinden zich vijf rechthoekige vensteropeningen met gecementeerde omlijsting op de verdieping en vier op het gelijkvloers met een centrale deur. Tussen het bovenlicht en de deur werd een luifel aangebracht. De achtergevel is in baksteen. De ramen zijn voorzien van een bovendorpel in maaslandse kalksteen en lekdrempels. De pannen van het dak zijn van het merk Belisia en getuigen van de toenmalige Bilzerse nijverheid. Aan de zuidzijde werd het gebouw met één travee uitgebreid (onder lessenaarsdak).
Onder het gebouw zijn er kelders met bakstenen tongewelf aanwezig. Zowel op het gelijkvloers als op de verdieping verdeelt een centrale gang de ruimte in twee helften met telkens twee achter elkaar gelegen kamers. Halverwege de gang bevindt zich rechts een 19de-eeuwse eikenhouten steektrap met balustrade. De verschillende ruimtes zijn gedecoreerd met eenvoudige stucplafonds met sierlijsten en rozetten. De vloeren op het gelijkvloers zijn de originele cementtegelvloeren.
De voor- en achtertuin werden bij de restauratie in 2012 heraangelegd. De beplanting van de voortuin is verdeeld in zes vakken. De tuin achter de dekenij wordt volledig ingesloten door de omgevende gebouwen. Achteraan deze tuin bevond zich tot circa 1990 een 18de-eeuws tuinprieel. In de voortuin bevindt zich rechts de oranjerie, een langwerpig éénlaags gebouw onder een lessenaarsdak. In de voorgevel zijn er vier rondboogvensters en twee rondboogdeuren aanwezig. De voortuin wordt afgesloten van de straat door een bakstenen tuinmuur op een kalkstenen plint met centraal een dubbel hek tussen twee hekpijlers met kalkstenen, bolvormige bekroning. De muur werd bij de restauratie wit geschilderd.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2014: Dekenij met oranjerie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/154772 (geraadpleegd op ).
Voormalige pastorie. Gebouwd in 1840-1841 ter vervanging van de oude pastorie, gelegen in de Begijnhofstraat. De nieuwe pastorie werd gebouwd op het terrein waarop voorheen een hof van de Duitse Orde was gelegen. Van deze gebouwen rest het tuinprieel, dat zich thans in de Demerlaan bevindt.
Alleenstaand breedhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak. Bakstenen gebouw, gecementeerd en beschilderd eind 19de eeuw. Rechthoekige muuropeningen in een beschilderde en gecementeerde, kalkstenen omlijsting; hardstenen lekdrempels en kordons uit eind 19de eeuw.
Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1996: Dekenij met oranjerie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/553 (geraadpleegd op ).