Goed bewaard geheel van eclectische enkelhuizen van begin 20ste eeuw, allemaal van het bel-etagetype met smalle deurtravee en brede venstertravee; voornamelijk met neoclassicistische vormgeving, waarin soms lichte art-nouveau-inslag merkbaar in de belijning van de erkerconsoles, druiplijsten en balkonleuningen.

Nummers 28-30, twee bijna identieke enkelhuizen in spiegelbeeld onder zadeldak (nok evenwijdig met straat). Gecementeerde lijstgevels, afgewerkt door gootlijsten met casementen eronder, en buikige balkonleuningen van gietijzer op de bel-etage en derde bouwlaag, waartussen rechthoekige erker op consoles; deels beglaasde vleugeldeuren met gestileerde gietijzeren hekjes.

Nummer 32 in dezelfde trant als nummers 28-30, maar gevel bekleed met geglazuurde baksteen, rechte balkonleuning in plaats van erker; gelijkaardige deur.

Nummer 38, zelfde stijl en afwerking als nummers 28-30, maar met een extra bouwlaag voorzien van rond fronton in de venstertravee.

Nummer 34, eclectisch enkelhuis van twee traveeën en souterrain + twee bouwlagen; neorenaissance-invloed, zie mansardedak met oeil-de-boeuf en dakvenster met rechthoekig fronton, balustrade op de gecementeerde lijstgevel, imitatiebanden op bel-etage, arduinen plint. In venstertravee twee balkons met gietijzeren leuningen.

Nummer 36, in dezelfde eclectische stijl; enkelhuis van drie/twee traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak met dakvensters bekroond door fronton. Gecementeerde lijstgevel met imitatievoegen, geritmeerd met cordons en doorlopende onderdorpels, kroonlijst met casementen; arduinen plint. Korfbogige vensters, gekoppeld op verdieping in smalle rechtertravee.

Nummers 40, zelfde gevelopbouw als nummers 28-30, maar onder mansardedak en met parement van geglazuurde en geschilderde baksteen, met groene banden en strekken van muuropeningen.

Tegenover deze rij, nummers 15-17, eenheidsbebouwing met meer neoclassicistisch uitzicht, doch voorts analoge kenmerken.