Appartementsgebouw met geïntegreerd winkelpand in de stijl van de nieuwe zakelijkheid, voorheen "Au Grand Chic".
Opgetrokken volgens kadaster in 1934 en gesigneerd "S.R. SMIS ARCHITECT" (Oostende) boven de private ingang zijde Christinastraat, ter vervanging van de 19de-eeuwse herberg "in 't Kuipertje". De toenmalige eigenaar is Prosper Theirssen, kleermaker te Oostende, die het appartement als opbrengsteigendom laat optrekken. De bouw van dit pand betekent de eerste belangrijke opdracht voor de toen nog jonge architect. In deze constructie van gewapend beton voorziet Smis geen enkel steunpunt in de hoek met de straat, wat in die tijd de nodige vraagtekens opriep qua stabiliteit. De literatuur vermeldt als toeleveraars de S.A. Etablissement Rooryck Frères (Oostende) voor de gevelbekleding en de firma Van Rolleghem - Inghelbrecht (Oostende) voor het schrijnwerk en de binnenaankleding.
L-vormig hoekpand van vier bouwlagen onder plat dak. Constructie van gewapend beton; strak gevelparement van gele sierbaksteen met verzorgd voegwerk (linteelvoegen) en gebruik van simili voor dorpels, penanten en onderbouw (zijde Christinastraat); zwarte sierpannen voor dakrand. Afgeronde hoekpartij, benadrukt door verhoogde en opengewerkte borstwering. Rechthoekige en omlopende vensterregisters; bewaard schrijnwerk met typerende horizontaliserende roedeverdeling. Begane grond met aangepaste winkelpui op de hoek. Licht verdiepte onderbouw met privé-ingang naar appartementen zijde Christinastraat. Benadrukt door gebruik van baksteen in decoratief streks verband en bekleding met zwarte vierkante tegels op afgeronde muur rechts van inkom. Rechthoekige deels beglaasde deur voorzien van gestileerd ijzeren hekken.
Interieur. Verdwenen binneninrichting van de handelszaak op de hoek. Toegang tot appartementen via gang met tweekleurige tegelvloer en imitatiehouten lambrisering. Trappenhuis met houten slingertrap en lambrisering met imitatiehouten panelen in getrapte belijning, hier en daar opengewerkt door patrijspoortvormige openingen. Eén appartement per verdieping.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nrs. DW002365 en W/01961.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207 : Mutatieschetsen, Oostende 1, 1934/6.
BONNEURE F. (red.), Lexicon van West-Vlaamse beeldende kunstenaars, deel 1, Kortrijk, 1992, p. 113.
DESCHACHT D., Straatnamen van Oostende van A tot Z, Oostende, 1998, p. 16, 36.
HOSTYN N., Architecten en architectuur te Oostende tijdens het Interbellum - 11, in De Plate, 1991, p. 118-120.
QUEILLE G., Ostende capitale de la côte. Le réveil de la "Reine des Plage", in Bâtir, jg. 5, nr 43, 1936, p. 711.
VAN DE PERRE D., Op de grens van twee werelden. Beeld van het architectuuronderwijs aan het Sint-Lucasinstituut te Gent in de periode 1919-1965/1974, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen - Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium, 2003, p. 70, 75.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)