is aangeduid als beschermd monument 18de-eeuws herenhuis
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed 18de-eeuws herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
18de-eeuws laatclassicistisch herenhuis, behorend tot de oorspronkelijke bebouwing van de straat, zijnde herenhuizen die bij de aanleg van de straat in 1781-1782 werden opgericht. Samen met het rechts aansluitende pand op nummer 6 werd dit wellicht in één geheel opgetrokken (zie gevelordonnantie en doorlopende telmerken in het dakspant), maar reeds begin 19de eeuw opgesplitst in twee woonhuizen.
In 1781-1782 worden de zuidelijke stadswallen van Oostende gesloopt voor een uitbreiding van de stad en het graven van nieuwe dokken (huidige Mercatordok). Bij die uitbreiding ontstaan enkele straten die de binnenstad met de dokken verbinden, onder meer de Sint-Jorisstraat, de huidige Dekenijstraat. De gronden die hierbij vrijkomen, worden in 1783 in drie openbare veilingen verkocht. Perceel G5, waarop dit pand te situeren is, wordt verkocht aan de heer Urbain Adet, aannemer uit Diksmuide, voor de prijs van 2000 florijnen. Het magazijn voor scheepsmunitie dat zich op dit perceel bevindt, wordt afgebroken voor de bouw van een woonhuis, dat in 1783 wordt verhuurd aan John Jardain.
Het huis heeft een tuin die uitgeeft op een stadsgracht, nu de Zuidstraat. Van deze situatie wordt gebruik gemaakt in het begin van de 19de eeuw, wanneer er een zeepfabriek in de achtergelegen gebouwen wordt gevestigd. Deze situatie is weergegeven op het primitieve kadasterplan van 1830, wat tevens toont dat de huizen met nummer 4 en nummer 6 reeds gesplitst zijn. Het huis op nummer 4 heeft een U-vormig grondplan, bestaande uit een vierkant hoofdgebouw aan de straat met twee achterliggende annexen, waarvan één doorloopt achter het huis op nummer 6. Op de binnenkoer worden twee toegangen weergegeven met tredes. In 1850 wordt de zeepziederij afgebroken; hoofdgebouw en annexen onaangeroerd. Elf jaar later worden de beide annexen langer uitgebouwd. In 1906 en 1928 worden opnieuw verbouwingen uitgevoerd aan de uitbouwen in de tuin. In 1956 vindt de laatste aanpassing plaats aan de achtergevel om tot de huidige situatie te komen.
Uit de gegevens van het kadasteronderzoek blijkt dat het hoofdgebouw sinds de 18de eeuw structureel niet werd aangepast. Dit blijkt ook uit het interieur, waar de indeling en de belangrijkste interieurelementen zijn bewaard.
Vierkant hoofdvolume aan de straat met langgerekte haakse aanbouw en gekasseide binnenkoer omgeven door hoge bakstenen muren. Breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen op verhoogde begane grond; pannen zadeldak met in achtergevel haaks zadeldak met oculus ter hoogte van het trappenhuis. Gepleisterd en beschilderd gevelparement op blauwgrijs geschilderde arduinen plint met rechthoekige betraliede kelderopeningen; aflijnende gootlijst op klossen. Zie oude foto's eertijds meer reliëf in de gevel aanwezig, voornamelijk de accentuering van de eerste bouwlaag door imitatievoegen. Rechthoekige vensters op doorgetrokken onderdorpels, op begane grond met houten rolluikkasten, op verdieping gevat tussen pseudo-pilasters. Linker poortrisaliet met dubbele poort onder korfboog naar inkomhal met stucplafond en versierde korfboog op gegroefde pilasters met Corinthisch kapiteel; vernieuwde bestrating in de poortdoorgang. Beglaasde dubbele toegangsdeur tot het hoofdvolume bevindt zich in deze gang, met drie witte marmeren treden. Achtergevel van onbeschilderde verankerde baksteen; vier vrije traveeën, tegen de westelijke travee staat de haakse aanbouw. Benedenverdieping met twee vensters en poort, waarvan het rechtervenster vroeger buitendeur was; recente veranda in de hoek.
Haakse aanbouw van twee en een halve bouwlaag en zes traveeën onder pannen zadeldak, een resultaat van verschillende verbouwingen gedurende de 19de en de 20ste eeuw. Onbeschilderde verankerde baksteenbouw met rechthoekige muuropeningen. Deur met arduinen treden en glazen luifel.
Schrijnwerk van poort, deuren en vensters is overal bewaard en goed onderhouden. Verschillende types T-vensters, in de aanbouw met roedeverdeling.
Vierkant hoofdvolume met de indeling van een 18de-eeuws herenhuis: statige inkomhall met trappenhuis, bereikbaar vanuit de toegangspoort, grote voorkamer aan de straatkant; op verdieping vier kamers (bad- en slaapkamers), daarboven ruime zolderkamers. Volledig onderkelderd met twee kelders met tongewelf, aan straatkant een kelder met vlak houten plafond; arduinen vloer. In het hoofdvolume is de interieurafwerking grotendeels bewaard: houten en natuurstenen vloeren, stucplafonds, 18de-eeuwse paneeldeuren (verf eraf gehaald), enkele schouwen, hang- en sluitwerk. Inkomhal met grijs/zwarte natuurstenen vloer. Statige 18de-eeuwse, eiken bordestrap met natuurstenen aanzettrede en voluutvormige trappaal, ingesnoerde balusters. 18de-eeuwse paneeldeuren naar de aanbouw, dubbele paneeldeur naar de voorkamer. Salon met plankenvloer, gestuct plafond met keellijst, sierbanden en bloemenslingers in de hoeken; zwarte marmeren schouw, rood marmer voor versiering, smeedijzeren vuurplaat. Op de verdieping zijn de kamers aan de straatkant voorzien van vensters met driedelige binnenluiken; schouwen in twee kamers bewaard, eenvoudige stucplafonds; nieuwe plankenvloer in kamer tuinzijde. Zolder met bewaard 18de-eeuws dakspant; gebinten met gerecupereerd materiaal, voorzien van gebeitelde telmerken, die doorlopen in het belendende pand op nummer 6; opgeklampte deur.
In de haakse aanbouw bevinden zich de dienstruimtes in kamers met 19de- of begin-20ste-eeuwse sobere aankleding; op verdiepingen kleinere slaapkamers. De herhaaldelijke verbouwingen maken het grondplan van de aanbouw onoverzichtelijk. In dit gedeelte bevinden zich eenvoudige interieurelementen zoals vloeren met cementtegels, bewaarde binnendeuren, eenvoudige marmeren en houten schouwen, plankenvloeren.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Burgerhuis
Is deel van
Dekenijstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/55372 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.