Laatclassicistische eenheidsbebouwing uit het laatste kwart van de 18de eeuw, circa 1900 met een bouwlaag verhoogd. In gebruik onder meer als dekenij en kinderopvang.

Breedhuizen van vier en vijf traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak. Hoge arduinen plint met betraliede, rechthoekige kelderopeningen waarboven gecementeerd en lichtgrijs beschilderd gevelparement, op begane grond met geblokte en imitatiebanden, uitstralend boven vensters; aflijnende kroonlijst met tandlijst en dropmotief op klossen. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting en op doorlopende onderdorpels; nummer 8 met houten rolluikkasten op begane grond; nummer 10 met gietijzeren leuningen op bovenverdieping Rechthoekige deur, op nummer 8 met behouden tussendorpel met tandlijst en rocailleversiering.