Dieper in gelegen laat 18de-eeuwse, begin 19de-eeuwse hoeve met zuidoostelijke erfoprit gemarkeerd door ijzeren hek. Huisweide afgezet door meidoornhaag.

Aangegeven op de Atlas der Buurtwegen (1843) met enigszins gewijzigde configuratie; woonhuis behield dezelfde ligging. Volgens de kadastrale gegevens wordt in 1861 het boerenhuis verbouwd, de stalvleugel wordt vergroot en ten westen wordt de huidige schuur gebouwd en wordt het zuidelijke volume afgebroken.

Losse verankerde bakstenen bestanddelen U-vormig gegroepeerd rondom erf.

Ten noordwesten woonhuis van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak bekleed met Vlaamse pannen. Parement met sporen van rode gevelafwerking. Met schijnvoegen gecementeerde plint. Derde travee links, via trapje van twee treden deur naar zolder. Rechthoekige muuropeningen met behouden schrijnwerk zie schuiframen met roedeverdeling en luiken. Geschilderde tegels als onderdorpels. Achtergevel met twee blokvensters met diefijzers.

Gaaf bewaard interieur met behouden indeling met een voutekamer, een schone kamer en een keuken met authentieke elementen zoals balkroostering met moer- en kinderbalken, de behouden vloeren van gebakken tegels en originele schouwen.

Huiskamer met typische grote 'Vlaamse' haard. Roostering bestaande uit moer- en kinderbalken. Cementtegelvloer met dambordpatroon. Kamer ten westen van de grote huiskamer met vloer van gebakken blauwe tegels. Roostering bestaande uit moer- en kinderbalken. Eenvoudige balksleutels. Kleine haard. Kamer ten oosten van de huiskamer, eveneens met vloer van gebakken tegels en houten schouwmantel. Vals plafond en ingekapselde moerbalk. Opkamer met vloer van gebakken tegels. Zeer eenvoudige roostering. Kelder met tongewelf. Vloer van natuurstenen plaveien. Zolder.

Ten westen dwarsschuur opgetrokken circa 1860 (zie kadastrale gegevens) met geïncorporeerd wagenhuis en aardappelkelder. Bakstenen stoep. Rondboogpoort onder druiplijst. Klinket in de houten poort.

Ten oosten stalvleugel met verweerde natuurstenen jaarsteen in zijpuntgevel.

Ten noordoosten bakhuisje.

Dieper in gelegen laat 18de-eeuwse - begin 19e-eeuwse hoeve met zuidoostelijke erfoprit gemarkeerd door ijzeren hek. Huisweide afgezet door meidoornhaag. Aangegeven op de Atlas der Buurtwegen (1843) met enigszins gewijzigde configuratie; woonhuis behield dezelfde ligging. Volgens de kadastrale gegevens wordt in 1861 het boerenhuis verbouwd, de stalvleugel wordt vergroot en ten westen wordt de huidige schuur gebouwd en wordt het zuidelijke volume afgebroken.

Losse verankerde bakstenen bestanddelen U-vormig gegroepeerd rondom erf.

Ten noordwesten woonhuis van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak bekleed met Vlaamse pannen. Parement met sporen van rode gevelafwerking. Met schijnvoegen gecementeerde plint. Derde travee links, via trapje van twee treden deur naar zolder. Rechthoekige muuropeningen met behouden schrijnwerk zie schuiframen met roedeverdeling en luiken. Geschilderde tegels als onderdorpels. Achtergevel met twee blokvensters met diefijzers. Gaaf bewaard interieur met onder meer typische grote 'Vlaamse' haard.

Ten westen dwarsschuur opgetrokken circa 1860 (confer kadastrale gegevens) met geïncorporeerd wagenhuis en aardappelkelder. Bakstenen stoep. Rondboogpoort onder druiplijst. Klinket in de houten poort.

Ten oosten stalvleugel met verweerde natuurstenen jaarsteen in zijpuntgevel.

Ten noordoosten bakhuisje.