Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in klassiek geïnspireerde eclectische stijl op de hoek van Mutsaardstraat en Raapstraat, gebouwd in opdracht van ‘agent d’affaires’ E. Liebrechts, naar een ontwerp door Jan Kockerols uit 1888. Het project behoort tot het vroege oeuvre van de architect, die in Antwerpen actief lijkt te zijn geweest vanaf 1880. Tot zijn belangrijkste vroege realisaties behoort de kloosterkerk van de redemptoristinnen uit 1886-1888 te Leuven. Als representatief voor zijn residentiële productie gelden de woningen die hij omstreeks 1900 voor de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen ontwierp in de Pretoriastraat en de Waterloostraat, zowel in pittoreske eclectische als conventionele neoclassicistische stijl.

Met een gevelbreedte van samen vier bij vijf traveeën, omvat het hoekcomplex een souterrain en drie bouwlagen onder een leien zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met platte banden op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen, versierd met bolornamenten boven de keldermonden. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de gevelcompositie individuele accenten om beide woningen in de opstand te onderscheiden, telkens met een axiaal opzet. Het linker pand met enkelhuisopstand (drie linker traveeën), wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een rechthoekige houten erker op consoles, en op de tweede verdieping door een entablementvenster, beide met zijlichten. Diamantkoppen en een driehoekig fronton op consoles accentueren het portaal uiterst links. Het rechter pand met dubbelhuisopstand (zes rechter traveeën) heeft eenzelfde portaal in de middenas. Vensterregisters met een pilastergeleding gevat in een spaarveld markeren de bovenbouw, met een stucfries op de eerste, en een centraal entablementvenster op de tweede verdieping. Verder rechthoekige deur- en vensteropeningen, en een klassiek hoofdgestel met architraaf, panelenfries en houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Bewaarde houten inkomdeuren, smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschrapers.

Volgens de bouwplannen wordt het linker pand ontsloten door een zijdelings en het rechter pand door een centraal ingeplante inkom- en traphal. De begane grond omvat telkens twee vertrekken. Het souterrain herbergt de keuken.

Gelegen aan Raapstraat nummer 13. Hoekhuis van vier + vijf traveeën en drie bouwlagen onder leien lessenaarsdak, te dateren in het vierde kwart van de 19de eeuw. Beschilderde lijstgevel op een hoge sokkel van arduin met rechthoekige keldermonden en schijfversieringen. Begane grond met doorlopende banden onder een brede puilijst, bovenbouw afgelijnd door lisenen; gelede architraaf onder fries met panelen en kroonlijst met tandlijst op klossen. Rechthoekige vensters met penanten opgevat als gedrongen pilasters, versierde band boven de vensters van tweede bouwlaag; doorlopende lekdrempels en versierde borstweringen. Op de bovenverdieping vensters in Mutsaardstraat en middenvenster in de Raapstraat met entablement. Nummer 19 met erker op voluten. Hoge rechthoekige deuren onder driehoekig fronton.