Teksten van Hôtel Central, Modenatie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5598

Hôtel Central, Modenatie ()

Historiek en context

Imposant complex in eclectische stijl op de hoek van Drukkerijstraat en Nationalestraat, gebouwd in opdracht van Alphonse Van de Put, naar een ontwerp door de architect Ernest Dieltiëns uit 1893. Het complex huisvestte van bij oorsprong een winkel op de begane grond en een hotel voor reizigers op de bovenverdiepingen. Omstreeks 1900 betrof het respectievelijk de herenmodezaak “New England”, en het door de heer A.C. Bardelli uitgebate Hôtel Central. Na de Eerste Wereldoorlog werd het pand betrokken door de in 1905 opgerichte elektriciteitsmaatschappij Société d’Electricité de l’Escaut, de voorloper van EBES, die tijdens het interbellum en de vroege naoorlogse periode verbouwingen liet uitvoeren. Omstreeks 1970 vestigde zich een beschermde werkplaats in het gebouw, dat opnieuw ingrijpend werd verbouwd en uitbreid met een nieuwbouwvleugel in de Drukkerijstraat. Het complex dat sinds 1997 het Flanders Fashion Institute huisvestte, werd in 2000-2002 naar ontwerp van de architect Marie-Josée Van Hee gerenoveerd en verbouwd tot de ModeNatie, zetel van onder meer het ModeMuseum en de Modeacademie. Het interieur is opgebouwd rond een atrium met een spectaculaire trappenpartij.

Hôtel Central behoort tot het rijpe oeuvre van Ernest Dieltiëns, Winnaar van de Prijs van Rome in 1871, liet hij zich omstreeks 1880, vroeg in zijn loopbaan, opmerken met belangrijke realisaties in opdracht van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen en de stad Antwerpen, zoals het Meisjesweeshuis aan het Professor Claraplein, het verdwenen Ouderlingenhuis in de Lange Lozanastraat en het Zuiderpershuis aan de Waalsekaai. Van de late jaren 1880 tot begin jaren 1900 drukte de architect zijn stempel op de ontwikkeling van de wijk Zurenborg, met de Sint-Norbertuskerk aan de Dageraadplaats, en een groot aantal groepsbebouwingen in sobere neoclassicistische of exuberante neo-Vlaamserenaissance-stijl. Het meest beeldbepalende van deze woningensembles, die voor het merendeel ontstonden in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen, is de eenheidsbebouwing op de rotonde van de Cogels-Osylei. Omstreeks 1900 ontwierp Dieltiëns ook het neobarokke handelspand op de hoek van Leysstraat en Kipdorpvest, pendant van het Grand Hôtel Métropole.

Architectuur

Het complex met hoekrotonde beslaat het grootste deel van het bouwblok gevormd door Nationalestraat, Drukkerijstraat en Steenhouwersvest. Met een gevelbreedte van oorspronkelijk 39 traveeën (15 voor beide flanken, 9 voor de hoekrotonde), omvat het gebouw drie bouwlagen. De huidige vierde bouwlaag vervangt sinds de meest recente renovatie een vermoedelijk tijdens het interbellum toegevoegde pseudo-mansarde. Oorspronkelijk hadden de lijstgevels een polychroom parement uit rode baksteen en witte natuursteen op een plint uit blauwe hardsteen; de huidige gevelbepleistering dateert uit het interbellum of de naoorlogse periode. Horizontaal geleed door gekorniste waterlijsten, kordonvormende lekdrempels, het klassieke hoofdgestel en de blinde attiek, wordt de opstand verticaal geritmeerd door in de pui geblokte pilasters. Rechthoekige vensters, gekoppeld en voorzien van een driehoekig fronton in de hoekrotonde en de flankerende traveeën, laatstgenoemde afgedekt met breed fronton. De hoekrotonde, vandaag met koepeldak, werd oorspronkelijk bekroond door een conisch, afgetopt kegeldak waarop een topstuk met ijzeren dakvorst, en een publiciteitsbord. De dakvensters met balustrade en driehoekig fronton nu gevat in een attiek, hadden oorspronkelijk vleugelstukken en werden geflankeerd door siervazen. Op de begane grond, drie rondboogpoorten in geprofileerde omlijsting met smeedijzeren vleugeldeuren, in de hoekrotonde geflankeerd door omlijste aankondigingsborden, en verder aangepaste winkelramen; oorspronkelijk doorlopend beglaasde winkelpui met gietijzeren colonnetten of pilasters, beschermd door een luifel uit ijzer en glas.

Volgens de bouwplannen bestond het complex oorspronkelijk uit drie vleugels rond een binnenplaats. De winkel met portaal in de hoekrotonde besloeg de begane grond, het portaal van het hotel waarop een vestibule, foyer en monumentale traphal aansloot bevond zich in de laatste travee zijde Nationalestraat. De hotelkamers op de bovenverdiepingen werden ontsloten door een omlopende gang zijde binnenplaats, en de hoekrotonde werd ingenomen door een ‘ronde zaal’.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1893#806 en 86#59; foto's PB#4541 en PB#4542.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hôtel Central, Modenatie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202757 (geraadpleegd op ).


Hôtel Central, Modemuseum ()

Hoekcomplex Nationalestraat-Drukkerijstraat gebouwd circa 1910. Zijgevels van dertien traveeën elk onder pseudomansardedak met dakvensters (kunstleien), rond hoekgebouw met koepel (kunstleien) en later bijgebouwde achterbouw van twee traveeën. Gecementeerde lijstgevels op sokkel van arduin, horizontaal gemarkeerd door gekorniste lijsten en kordon vormende lekdrempels, verticaal door diverse muurpilasters. Rechthoekige vensters, gekoppeld en voorzien van driehoekig fronton in de hoektoren en de flankerende travee; laatstgenoemde afgedekt met breed fronton. De dakvensters in de koepel zijn verrijkt met balusters en bekroond met gebogen fronton. Op begane grond, drie rondboogpoorten in geprofileerde omlijsting en beglaasde deuren met ijzeren hekken.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hôtel Central, Modenatie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5598 (geraadpleegd op ).