Pakhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van de firma Mols & Cie, naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1903. Het gebouw was bestemd voor de opslag van mechanische persen.

Actief van omstreeks 1885 tot zijn overlijden in 1930, geldt Joseph Hertogs als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen, Zijn loopbaan in dienst van de vermogende, overwegend liberale mercantiele burgerij, leverde een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen op. Deze evolueren van eclecticisme en neorenaissance, naar een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Omstreeks de eeuwwisseling, zijn rijpe eclectische periode, drukte hij met monumentale bouwwerken als het Hansahuis op de hoek van Suikerrui en Ernest Van Dijckkaai zijn stempel op het Antwerpse stadsbeeld.

Gebouw van drie traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. Lijstgevel met een parement uit witte natuursteen of simili, op een plint uit blauwe hardsteen. Plastisch decor ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl, en horizontale geleding door doorgetrokken lekdrempels. Op de eerste verdieping rondboogvensters in geprofileerde archivolt met stafwerksleutel en onderdorpel. Op de tweede verdieping rechthoekige vensters met trigliefsleutel en fraaie smeedijzeren borstwering. Klassiek hoofdgestel met rankwerkpanelen in de fries en een houten kroonlijst op stafwerkconsoles met chutes. Rechthoekig portaal met sluitsteen en smeedijzeren inkomdeur in de rechter travee van de begane grond, de twee linker traveeën volgens de bouwplannen met centrale inrijpoort, zijn later verbouwd.