Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van de Joodse katoenhandelaar C. Blom-Laufer, naar een ontwerp door de architect Alexis Van Mechelen uit 1895. Tot het bouwprogramma behoorde een wintertuin en een koetshuis achteraan op het perceel. Van Mechelen had in 1890 voor een vermoedelijk familielid Charles August Laufer-Ryckers al twee vandaag verdwenen huizen gebouwd in de nabije Sint-Andriesstraat (nummers 34-36). De decorateur Henri Verbuecken ontwierp en voerde het interieur van de bel-etage uit.
Alexis Van Mechelen startte zijn loopbaan in 1887, met het café van de Wijngaard Natie aan de Oudeleeuwenrui in opdracht van zijn vader, gevolgd door privé-opdrachten in conventionele neoclassicistische en pittoreske neo-Vlaamserenaissance-stijl. Het hotel Blom-Laufer is verwant met de neo-Italiaanserenaissance-architectuur van Ernest Stordiau uit dezelfde periode. Als stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, werd Van Mechelen vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal aan de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Kasteelstraat), in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat) als in beaux-artstijl (Lamorinièrestraat).
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De statige lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met accenten uit rood graniet en overvloedig gebruik van blauwe hardsteen voor de pui, waterlijsten balkons en vensteromlijstingen. Nadrukkelijk geleed in horizontale registers, is de opstand opgebouwd uit de gedrukte pui, de bel-etage, de tweede verdieping en de als attiekloggia vormgegeven topgeleding. Axiaal van opzet legt de compositie de klemtoon op de middenas, die ter hoogte van de bel-etage wordt gemarkeerd door een aediculavenster met balkon op mascaronconsoles, Ionische granieten zuilen met bronzen kapiteel, en een entablement met bewerkte fries, waarop het balkon van de tweede verdieping aansluit; de oorspronkelijke balkon- en vensterbalustrades zijn vervangen door gesloten borstweringen met beschildering. Oorspronkelijk geblokt op een geprofileerde plint waarin getraliede keldermonden, met enkelhuisopstand en rechthoekige koetspoort in de rechter travee, is de begane grond verbouwd tot winkelpui, met een afwijkende indeling en bossagestructuur. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting op de eerste verdieping, in de zijtraveeën met gedichte balustrade, palmetten in de fries en doorgetrokken waterlijsten. De tweede verdieping onderscheidt zich door rondboogvensters in een rechthoekige omlijsting, met een bewerkt entablement op voluutconsoles, en in de zijtraveeën een onderdorpel met ster; granieten metopen op de middenpenanten. In de topgeleding alterneren tweelichten met composiet middenzuiltje uit graniet en brons, met door gecanneleerde pilasters geflankeerde blinde rondboognissen. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, oorspronkelijk een sgraffitofries van fleur de lys en ranken tussen granieten metopen, en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Het gevernist houten vensterschrijnwerk is bewaard.
Het hotel beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten via de doorlopende vestibule en de zijdelings ingeplante traphal met bovenlicht, die wordt ontdubbeld door de diensttrap. Volgens de bouwplannen bood de begane grond oorspronkelijk ruimte aan de kleine eetkamer en de keuken annex pomphuis. Een enfilade van salon, eetkamer, veranda met bovenlicht en overdekt terras beslaat de bel-etage, geflankeerd door een ‘cabinet’, de traphal met ‘monte plats’, de office en de wintertuin. Op de tweede verdieping bevinden zich de kinderkamer, een ‘cabinet’, de slaapkamer met opschik- en badkamer, op de derde verdieping een (slaap)kamer, ‘cabinet’, gasten- en linnenkamer. Het koetshuis ontsloten door een ronde traptoren, omvatte gelijkvloers de paardenstal met twee boxen en de remise, op de verdieping de tuigagebergplaats, haver- en hooiopslag, en hogerop een mansarde doorlopend over de wintertuin. Het interieur van de bel-etage ontworpen en uitgevoerd door de decorateur Henri Verbuecken is bewaard: salon, eetkamer en veranda met moorse en neo-Venetiaanse inslag en koepel, vergelijkbaar met het interieur van het hotel Bamdas-Tolkowsky in de Lamorinièrestraat.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Hotel Blom-Laufer [online], https://id.erfgoed.net/teksten/204137 (geraadpleegd op ).
Zogenaamd Blom-Laufer, naar ontwerp van architect Alexis Van Mechelen van 1895. Lijstgevel van drie traveeën en vier bouwlagen in neo-Italiaanse palazzostijl. Parement van witte natuursteen en arduin. Horizontale geleding door middel van gekorniste lijsten en kordons. Accent op bel-etage met breed balkon op zware consoles; gesloten leuning waarop twee Ionische zeilen van roze graniet bekroond met hoofdgestel en kleiner balkon van de derde bouwlaag Tweede en derde bouwlaag respectievelijk met rechthoekige en rondboogvensters in geriemde omlijsting met waterlijst; borstweringen met uitspringend paneel. Op hoogste lage verdieping, tweelichtsvensters gescheiden door Ionische zuiltjes van roze graniet; tussenliggende penanten versierd met rondboognis tussen gecanneleerde pilasters. Gevelbeëindiging met gelede architraaf fries bezet met mozaïeken en kroonlijst op modillons alternerend met rozetten.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Hotel Blom-Laufer [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5606 (geraadpleegd op ).