Teksten van Burgerhuis in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5612

Burgerhuis en ijzerhandel in art-nouveaustijl ()

Oorspronkelijk geheel gevormd door een burgerhuis en ijzerhandel in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van Arthur Biot, naar een ontwerp door de architect Rodolphe Frank uit 1903. De ijzerhandel (nummer 124) werd in 1979 gesloopt voor een kantoorgebouw.

Rodolphe Frank lijkt in Antwerpen als architect actief te zijn geweest van omstreeks 1885 tot aan de Eerste Wereldoorlog. Rond de eeuwwisseling evolueerde zijn architectuur van een veeleer conventioneel neoclassicisme, naar een gematigde art-nouveaustijl. Representatief voor deze ontwikkeling zijn de drukkerij Laporte & Dosse uit 1902 op de hoek van Ambtmanstraat en Blindestraat, en het kantoor van de American Petroleum Company uit 1904 in de Clementinastraat.

Burgerhuis

Het burgerhuis met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat drie bouwlagen, oorspronkelijk met enkelhuisopstand onder een mansardedak. Vermoedelijk is het pand reeds tijdens het interbellum verbouwd, met een winkelpui op de begane grond en een bijkomende verdieping. De lijstgevel heeft een parement uit witte Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de puilijst, speklagen, consoles, imposten en lekdrempels, evenals de verdwenen plint. Geleed door de puilijst en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede linker travee. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een driezijdige houten erker met bewerkte consoles en een fraaie smeedijzeren balkonborstwering in zweepslagstijl; aansluitend een breed rondboogvenster met bewerkte imposten. Verder rechthoekige bovenvensters met ijzeren latei en een tegelpaneel in het boogveld. Een veelkleurige art-nouveau-tegelfries met bloemmotief markeert de tweede verdieping, die oorspronkelijk werd beëindigd door een klassiek hoofdgestel met tegelfries en houten kroonlijst, centraal doorbroken door het dakvenster met gebogen waterlijst van de mansarde. Bij het toevoegen van de derde verdieping werden de gevelordonnantie en het materiaalgebruik aangehouden.

Volgens de bouwplannen beantwoordde de plattegrond aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestond, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Een enfilade van salon, eetkamer en veranda besloeg de begane grond, met de keuken annex pomphuis in de achterbouw.

IJzerhandel

De opstand van de gesloopte ijzerhandel, drie traveeën breed en vier bouwlagen hoog, met hetzelfde materiaalgebruik voor het parement, onderscheidde zich door een axiaal opzet. Daarbij mondde de brede middentravee uit in een korfbogig afgewerkte halsgevel met bewerkte lisenen, postamenten en waterlijst. Deze werd gemarkeerd door een omgekeerd boogvenster met ijzeren latei op de eerste, en een hoefijzerboogvormig venster op de tweede verdieping, beide met bewerkte imposten, een versierde borstwering en gebogen tegelfriezen. In de zijtraveeën rechthoekige vensters met ijzeren latei en tegelfries in het boogveld, en kwartcirkelvormige venstertjes als topgeleding. De opstand werd gemarkeerd door publiciteitsopschriften uit ceramiek: "METAUX", "MACHINES OUTILS" en "A. BIOT". Ook hier was de pui al tijdens het interbellum verbouwd; oorspronkelijk centrale hoefijzerboogpoort met smeedijzeren hek, geflankeerd door een vensters en deur met hoefijzerbogig bovenlicht.

Opgetrokken met een driebeukige ijzeren structuur, werd de begane grond doorsneden door de centrale doorrij, vooraan geflankeerd door het kantoor van de zaakvoerder en de traphal, achteraan door opslagruimte. Mogelijk waren de bovenverdiepingen georganiseerd rond een centrale vide.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1903#377; foto FOTO-OF#6661.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/204106 (geraadpleegd op ).


Art-nouveaugevels ()

Fraaie art-nouveaugevels van 1903 naar ontwerp van architect R. Frank, respectievelijk twee en drie traveeën en vier bouwlagen. Parement van witte baksteen en natuursteen verlevendigd met mozaïeken. Nummer 124 met golvende daklijst, lisenen, topstukken en windwijzer van smeedwerk. Nummer 126 met aangepaste lijstgevel, in de linker travee met driezijdige houten erker waarom balkonnetje met typische gesmede leuning. Voorts, diverse venstervormen: rondbogig, rechthoekige en segmentbogig met originele roedeverdeling en melkglas; de rechthoekige vensters met ijzeren latei en klein versierd boogveld onder rollaag. Gemoderniseerde begane grond en ontsierend reclamebord .

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1903, Modern Archief 20.348, dossier 377.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5612 (geraadpleegd op ).