Geheel van twee gekoppelde winkelhuizen in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer J.H. Van Brabant, naar een ontwerp door de aannemer Frans Caes uit 1903. Tot het bouwproject behoorde een lagere, ondiepe achterbouw, in te richten als pakhuis of woningen, en ontsloten via de centrale poortdoorgang.
Met een gevelbreedte van samen vijf traveeën, omvatten de rijwoningen vier bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op vandaag verbouwde winkelpuien, oorspronkelijk van het klassieke type met pilasters en entablement, aan weerszij van een inrijpoort. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet. Geaccentueerd door schijnvoegen, mascaron- en diamantkopsleutels, wordt dit laatste bekroond door een driehoekig fronton. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van in de zijtraveeën gekoppelde, rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren, een gebuikte gietijzeren borstwering op de eerste verdieping en onderdorpels hogerop. De cementtegelfriezen die de borstweringen en het hoofdgestel sieren zijn vandaag overschilderd. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen, tandlijst en voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1903#258.