Elektriciteitscentrale van de Compagnie Électrique Anversoise, een samenstel van twee industriële gebouwen waarvan het oudste (linker pand) in 1898 werd ontworpen door de architect Jean-Laurent Hasse, en de uitbreiding (rechter pand) in 1929 door de architecten Joseph Hertogs en Gerard De Ridder. Het complex dat tot de vroegste relicten van de elektriciteitsdistributie in Antwerpen behoorde, werd begin jaren 1980 gesloopt voor de aanleg van het Theaterplein.
Historiek en context
De Compagnie Électrique Anversoise werd op 6 juli 1898 opgericht, en verkreeg nog dezelfde maand de concessie voor elektrische verlichting in Antwerpen. Twee eerdere pogingen tot elektriciteitsproductie en -distributie in Antwerpen waren op een faillissement uitgedraaid. De in 1884 opgerichte Compagnie Générale d’Électricité, liet een eerste centrale bouwen en een netwerk aanleggen, maar stuitte op een veto van de Imperial Continental Gas Association. Deze concessiehouder van de gasverlichting in Antwerpen, zag elektrische verlichting als een aanslag op haar monopolie, en werd hierin na een jarenlange juridische strijd door het gerecht bevestigd. In 1892 werd door François Van Rysselberghe en Léon Morris een nieuwe elektriciteitsmaatschappij opgericht, de Compagnie Hydro-Electrique Anversoise, die elektriciteit produceerde op basis van waterkracht, maar niet rendabel bleek. De wel succesvolle Compagnie Électrique Anversoise met hoofdzetel aan de Cockerillkaai, ging in 1900 met productie en distributie van elektriciteit van start. In de periode vóór de Eerste Wereldoorlog bouwde de maatschappij een netwerk uit van fabrieken of centrales, onderstations en transformatorposten verspreid over het grondgebied van de stad, waarvan naast meerdere elektriciteitscabines onder meer een centrale in de Timmerwerfstraat en onderstations in de Duinstraat en de Van Diepenbeeckstraat bewaard zijn. Opgeslorpt door Société d’Electricité de l’Escaut, werd de elektriciteitsmaatschappij in 1934 omgedoopt tot Compagnie Anversoise de Participations Financières et d’Entreprises.
De oudste vleugel van de elektriciteitscentrale is representatief voor het rijpe oeuvre van Jean-Laurent Hasse, eveneens auteur van de centrale in de Timmerwerfstraat, die actief was van 1875 tot zijn overlijden in 1925. Tijdens de eerste decennia van zijn loopbaan bouwde de architect een groot aantal voorname burgerhuizen in eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl in Antwerpen waaronder zijn eigen woning in de Osystraat. Vanaf de jaren 1900 verplaatste het zwaartepunt van zijn activiteiten zich naar architectuur voor de industrie, zoals de kantoren en werkplaatsen van Bell Telephone Manufacturing Company in de Boudewijnsstraat waarvoor hij al in 1882 de eerste gebouwen ontwierp, de Compagnie Générale des Tramways d’Anvers in de Grotehondstraat uit 1903, en het automerk Minerva waarvan de eerste fabriek in de toenmalige Warandestraat in 1904 tot stand kwam.
Vanaf 1907 tot zijn overlijden in 1930 was Joseph Hertogs als huisarchitect bij de vele bouwprojecten van de Compagnie Électrique Anversoise betrokken. De uitbreiding van de elektriciteitscentrale met een omvormingsstation behoort tot de projecten die hij samen met Gerard De Ridder tot stand bracht, zijn associé vermoedelijk vanaf begin 1928. Voor Hertogs, de huisarchitect van de Antwerpse beau-monde en de zakenwereld, betekende de associatie het sluitstuk van zijn rijk gevulde loopbaan. Pas vanaf 1933 zette de jongere De Ridder, wiens carrière omstreeks 1905 van start was gegaan, het architectenbureau in eigen naam verder. Andere belangrijke realisaties van Hertogs en De Ridder zijn de Arenbergschouwburg in de Arenbergstraat, de bank Lazard Brothers & Co Ltd. aan de Oudaan, het verdwenen kantoorgebouw van de Agence Maritime Internationale op de Meir, en de "Résidence du Nouveau Parc" aan de Eglantierlaan, monumentale complexen in statige beaux-artsstijl waarvan de ontwerpen uit 1928-1929 dateren.
Architectuur
Oudste vleugel. Gebouw van vijf traveeën bij vier traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak, oorspronkelijk geflankeerd door een inrijpoort. Bakstenen lijstgevel geleed door gecementeerde sierbanden, op een sokkel vormende begane grond. De zijrisalieten gemarkeerd door oplopende gecementeerde banden, worden in de bouwplannen bekroond door een attiekbalustrade, respectievelijk een koepeldak en een dakvenster met fronton. De hoge tweede bouwlaag onderscheidt zich door rondboogvensters met sluitsteen in de drie middentraveeën. Derde bouwlaag met kleine rondboogvensters, in de drie middentraveeën gekoppeld tot tweelichten. Opschrift: “ELECTRIQUE ANVERSOISE SOCIÉTÉ ANONYME USINE SECONDAIRE NR. 1”
Uitbreiding (omvormingsstation). Gebouw van vijf traveeën en één bouwlaag onder een plat dak. Bakstenen lijstgevel op hardstenen plint, geritmeerd door rechthoekige spaarvelden en lisenen. De hoger opgetrokken zijrisalieten, rechts met het inkomportaal, worden gemarkeerd door kolossale pilasters, en bekroond door een gewelfd pseudo-fronton. Hoge rondboogvensters met sluitsteen, waarboven verluchtingsroosters in de drie middentraveeën.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Nieuwstad
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Elektriciteitscentrale Compagnie Electrique Anversoise [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5615 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.