Herenhuis in neoclassicistische stijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Louis De Legh, naar een ontwerp uit 1880. Het hotel behoort tot de laatste realisaties van De Legh, van wie in Antwerpen een beperkt aantal bouwprojecten zijn teruggevonden vanaf 1865, maar die in 1882 overleed. De firma Ruys & Co, een cargadoors- en expeditiebedrijf met vestigingen in Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam, Zaandam en Marseilles, liet het pand op het achterliggende perceel uitbreiden met een kantoorgebouw in de Korte Ridderstraat, naar een ontwerp door de architect Willie Pijl uit 1920. Vandaag is het complex geïncorporeerd in een seniorenflat met dienstencentrum van het OCMW, naar een ontwerp uit 2002.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de voorname rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, oorspronkelijk met een geboste pui, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Geleed door geprofileerde waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het portaalrisaliet in de linker travee. Dit laatste wordt gemarkeerd door een rondboogpoort in een breed geprofileerde hardstenen omlijsting met neuten en sluitsteen, waarboven een balkon met zware voluutconsoles en een doorgetrokken balustrade. Met uitzondering van het portaal en de plint waarin getraliede, getoogde keldermonden met sluitsteen en doorgetrokken waterlijsten, is de begane grond verbouwd. De eerste verdieping wordt gemarkeerd door rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen met festoengordel, doorgetrokken balustrade en imposten, en gebogen frontons op voluutconsoles. Een register van tweelichten met composiete middenpilaster, geritmeerd door penanten met lijstkapiteel, onderscheidt de tweede verdieping. Hierop rust het hoge, klassieke hoofdgestel samengesteld uit een gelede architraaf, een blinde fries en een gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Het gevelontwerp wijkt af door schijnvoegen op de bovenverdiepingen, een rijker decor met name in het risaliet en het hoofdgestel, en een register van rondboogvensters met pilastergeleding op de tweede verdieping. De smeedijzeren inkomdeur dateert uit het vroege interbellum.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1880#943.