Neoclassicistisch breedhuis uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Enkelhuis van vier traveeën, onder meer drie - als erker opgevatte - linkertraveeën, afgeschuind naar rechtertravee, welke inspringt op rooilijn; vier bouwlagen onder plat dak. Arduinen plintje waarop bepleisterd en witbeschilderd gevelparement; begane grond met imitatiebanden; aflijnende gootlijst op klossen waartussen tandlijstje. Inspringende rechtertravee met loggia van drie bouwlagen. Rechthoekige deurvensters, gevat in geriemde omlijsting en voorzien van fraaie gietijzeren borstweringen; bovenverdieping met grote oculi. Thans (2004) rechtertravee gedicht.