erfgoedobject

Appartementsgebouw Otto Venius

bouwkundig element
ID
5635
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5635

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Appartementsgebouw in art-decostijl naar een ontwerp door de architect Gustave Fierens uit 1927. Het programma omvatte twee winkels, een kunstgalerij, vijf appartementen en een conciërgewoning. Opdrachtgever was Samuel Hartveld (Antwerpen, 1878-Londen, 1949), een bekend handelaar in oude kunst van Joods-Nederlandse origine. Zijn ouders, het leurderechtpaar Carel Samuel Hartveld (°Rotterdam, 1851) en Aaltje Fuld (°Den Haag, 1859), hadden zich in 1880 met hun zoon en dochter definitief te Antwerpen gevestigd. Na de Duitse invasie in 1940, kon Samuel Hartveld Europa ontvluchten dankzij een visum van de Portugese consul in Bordeaux Aristides de Sousa Mendes. Met zijn tweede echtgenote Claire Meiboom (°Antwerpen, 1888) maakte Hartveld de overtocht naar New York aan boord van de Exeter. Hun zoon, de advocaat Adelin Hartveld (Antwerpen, 1917-Schaarbeek, 1942), werd op 21 januari 1942 door de Duitsers op de Nationale Schietbaan gefusilleerd voor verzetsdaden.

Het appartementsgebouw Otto Venius is representatief voor het oeuvre van Gustave Fierens uit het interbellum. De architect debuteerde tijdens het decennium voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog, met een opmerkelijke reeks burgerhuizen zowel in eclectische als art-nouveaustijl. Tijdens de jaren 1920 en 1930 evolueerde zijn architectuur van een sobere art deco naar een gematigd modernisme. Tot de belangrijkste realisaties uit zijn latere periode behoort het sociaal wooncomplex van de huisvestingsmaatschappij Onze Woning uit 1937-1939, met in totaal 205 flats ingeplant op het bouwblok Nationalestraat, Kronenburgstraat, Van Craesbeeckstraat en Willem Lepelstraat. Fierens was als architect actief tot midden jaren 1950.

Architectuur

Het gebouw met een structuur uit gewapend beton en een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat vijf bouwlagen waaronder een entresol, en een terugwijkende dakverdieping op het platte dak. De lijstgevel onderscheidt zich door een in art-decostijl geornamenteerde bovenbouw met een parement uit witte natuursteen, op een vlak behandelde, met groen gevlamd marmer beklede pui die begane grond en entresol beslaat. Deze laatste is in 1988 voor het eerst in 1995 opnieuw verbouwd met wijziging van de ordonnantie. Oorspronkelijk werd het bewaarde portaal met smeedijzeren vleugeldeur, voorzien van het opschrift “OTTO VENIUS” in het bovenlicht, op gelijke hoogte geflankeerd door twee volgens repeterend schema gekoppelde winkelpuien; de vandaag ingekorte en geblindeerde entresolvensters liepen door tot de puilijst. Symmetrisch van opzet, is de opstand opgebouwd uit een hoger opgetrokken middenpartij van drie traveeën, geflankeerd door twee oplopende, driezijdige erkers. De middenpartij wordt geritmeerd door vlakke en bewerkte lisenen, waarvan de uiterste aanzetten op een gebeeldhouwde bloemenkorf, en de middelste verrijkt zijn met een topstuk. De borstwering boven de entresol droeg in reliëf het opschrift “OTTO VENIUS”; een driezijdige houten daklijst (opnieuw bekleed), postamenten en vlaggenmasten vormden de bekroning. Oplopend over de eerste en tweede verdieping, versierd met een spuwer en bekroond door een smeedijzeren balkonborstwering, rusten de erkers op een uitgelengde en bewerkte console. Een daklijst op consoles, in het gevelontwerp bekroond door een smeedijzeren borstwering, beëindigt de zijtraveeën. Verder regelmatige registers van rechthoekige vensters met lekdrempel, de borstwering van de tweede verdieping verrijkt met medaillons.

Volgens de bouwplannen bestaat het complex uit een voorbouw met winkels en appartementen ontsloten door de vestibule en traphal met lift, en een achterbouw met de kunsthandel aan het einde van de vestibule. De twee gekoppelde winkels met kantoor op de begane grond, beschikken over woonruimte op de entresol, waar zich ook de kamer van de conciërge en bergplaatsen bevinden. Het grote appartement op de eerste verdieping, bestemd voor het gezin Hartveld zelf, bestaat uit een L-vormige suite van salon en eetkamer over de volledige breedte aan straatzijde, de hal met vestiaire, de keuken met meidenkamer en terras, een grote slaapkamer annex badkamer en gastenkamer, en een kleine slaapkamer annex studio. De tweede en derde verdieping omvatten telkens twee kleinere appartementen, elk met salon-eetkamer, twee slaapkamers, een keuken met terras en badkamer. Op de sterk terugwijkende dakverdieping bevinden zich een individuele kamer, en een vierkamerwoning wellicht bestemd voor de conciërge of personeel. De vandaag verbouwde kunsthandel vormde een dubbel hoge ruimte met pilastergeleding en bovenlicht, aansluitend kantoren en opslagruimte op het gelijkvloers. Deze werd op de eerste verdieping aan drie zijden omringd door een ‘gaanderij’, waarboven achteraan een atelier met sheddak.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1927#26532; vreemdelingendossiers 481#113817 en 481#38222.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Lift

De lift in de traphal werd in 1927 door de Antwerpse firma Daelemans geïnstalleerd. Deze elektrische lift voor vier personen (nominale last 320 kg) steekt in een open schacht en ontsluit zeven niveaus. Tot op een hoogte van 1,85 meter schermt stalen traliewerk met draadijzer de schacht af. Op de bordessen zijn als bordesdeuren stalen vouwdeuren met messing handgrepen voorzien. De bijhorende oproepknoppen in messing op de diverse verdiepingen zijn uitgerust met een drukknop in bakeliet. De vloer, de wanden en het plafond van de liftkooi met metalen ophangsysteem zijn uitgevoerd in mahoniehout. De mahoniehouten paneelwanden worden telkens door twee glasramen onderbroken. In het eenvoudige spiegelgewelf van het mahoniehouten plafond bevindt zich centraal een lichtpunt met een kleine glazen lampkap, die identiek is aan de lampkapjes op de bordessen. Het bedieningsbord in messing met zendknoppen in bakeliet wordt geflankeerd door gegraveerde koperen plaatjes met vermelding van de etages en hun bewoners. Tegen de achterste paneelwand is een gebruiksrichtlijn in messing aangebracht. In de machinekamer op kelderniveau zijn de originele kabeltrommels bewaard.

  • Informatie verkregen van de vereniging van mede-eigenaars (3 februari 2022).
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw Otto Venius [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5635 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.