Samenstel van de huizen “De Zwarte Arend” en “De Prins”, die van 1593 tot 1620 werden bewoond door de schilder Otto van Veen of Otto Venius (Leiden, 1558-Brussel, 1629). Hij was hofschilder van Alexander Farnese en de aartshertogen Albrecht en Isabella, en leermeester van Pieter Paul Rubens. Een hardstenen gedenkplaat draagt het opschrift: "In dit huis woonde Otto Van Veen, kunstschilder 1558-1629".
Het traditionele breedhuis met dubbelhuisopstand van zes traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien), dateert in kern uit het vierde kwart van de 16de eeuw. De arts, chirurg en verloskundige G. Deforchaux, liet in 1875 door de architect Lievin Van Opstal de huidige plint, poortomlijsting en traliehekken aanbrengen. Het pand werd tijdens het interbellum gedecapeerd en gerestaureerd, en omstreeks 1993 op de beschermde gevel na gesloopt. Deze is geïntegreerd in een nieuwbouw wooncomplex dat zich uitstrekt tussen Otto Veniusstraat en Kipdorpvest.
Opnieuw bepleisterde lijstgevel, opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door Y-vormige en rechte muurankers met gekrulde spie, op een plint uit blauwe hardsteen. Aangepaste, rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels, voorheen kruiskozijnen waarvan de kwarthol geprofileerde negblokken en de wigvormige ontlastingsstenen bewaard zijn; de benedenvensters zijn voorzien van gebogen, smeedijzeren traliehekken met pijlpunten. Eenvoudige, rechthoekige poort in geprofileerde hardstenen omlijsting. Kroonlijst op kwarthol geprofileerde lijst boven steigergaten. Twee verankerde dakvensters in de tweede en voorlaatste travee, met tuitgevel op schouderstukken, waarin een rechthoekige opening met kwarthol geprofileerde negblokken.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1875#317, 86#930327-930328.