Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van Constant De Herdt, naar een ontwerp door de architect Ernest Pelgrims uit 1897.

Het hotel De Herdt dat uit hetzelfde jaar dateert als het hotel Crighton in de Van Schoonbekestraat, is representatief voor het vroege oeuvre van Ernest Pelgrims. Actief vanaf omstreeks 1890, tot zijn overlijden in 1927, bediende hij zich aanvankelijk zowel van het conventionele neoclassicisme als de neo-Vlaamserenaissance-stijl. Zijn residentiële architectuur evolueerde tijdens de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog naar een vrij pompeuze beaux-artsstijl. Tot zijn belangrijkste realisaties uit deze periode behoren het hotel Vanden Bussche aan de Arthur Goemaerelei. In zijn landhuizen paste hij op hetzelfde moment de cottagestijl toe, waarvan het imposante kasteel Nottebohm te Brecht als een representatief voorbeeld geldt. Uit het vroege interbellum dateert het monumentale gevelfront van het warenhuis Grand Bazar aan de Groenplaats, dat Pelgrims samen met Edouard Van Opstal ontwierp.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, waarvan de pui als sokkel wordt gemarkeerd door bossage, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de geprofileerde puilijst met tandlijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een rechthoekige houten erker op zware voluutconsoles. Rondboogdeur en rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met een bewerkte hanenkamsleutel op de begane grond. Registers van rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting, op de eerste verdieping gemarkeerd door een balustrade, sluitsteen en entablement op consoles, op de tweede verdieping met oren en guttae. Een klassiek hoofdgestel met gebroken architraaf, casementen in de fries en een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de vensters en de fraai bewerkte inkomdeur met smeedijzeren waaier is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.

Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Bepleisterde en beschilderde neoclassicistische lijstgevel, daterend uit het derde kwart van de 19de eeuw. Benedenverdieping op hardstenen sokkel met twee keldermonden; imitatiebossage, uitstralend boven de rondboogpoort met fraaie vleugeldeur en getralied bovenlicht. Horizontaliserende ordonnantie door de doorlopende dorpels, omgetrokken puilijst en kroonlijst op modillons. Op de tweede bouwlaag, houten erker op zware consoles; flankerende vensters voorzien van waterlijsten en balustrades. Op de derde bouwlaag, lagere vensters in geprofileerde omlijstingen met oren en doorlopende dorpels.