Herenhuis in neoclassicistische stijl, oorspronkelijk met dubbelhuisopstand op een L-vormige plattegrond en te dateren omstreeks 1860, dat vermoedelijk werd opgetrokken door Jean Baptiste Joseph De Neuf. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, ontwerper noch aannemer zijn gekend. Eerder was het eigendom, dat zich uitstrekte tot de Kipdorpvest, in het bezit van Maria Carolina de Neuf-Bertina (1765-1844), weduwe van Egide de Neuf (1756-1808). Deze stamde af van Simon de Neuf, heer van Hoghelande en militair auditeur van de citadel van Anwerpen, die in 1693 in de adelstand werd verheven.
Met een gevelbreedte van zeven traveeën, omvat de voorname rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het drie traveeën brede middenrisaliet. Dit laatste wordt in de centrale portaaltravee op de eerste verdieping geaccentueerd door een gebogen fronton en oorspronkelijk een balkon, beide op voluutconsoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijstingen, verrijkt met sluitstenen in het risaliet. Doorlopende borstwering met postamenten en casementen op de eerste verdieping, individuele lekdrempels op voluutconsoles en onderdorpels op de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, casementen en metopen in de fries, en een gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. De vier linker traveeën van de begane grond zijn in 1941 volledig opengebroken tot winkelpui. Bewaard vensterschrijnwerk.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 18#14807.