Geheel gevormd door een voornaam herenhuis (nummer 22) en een meer bescheiden burgerhuis (nummer 20) in neoclassicistische stijl, gebouwd in opdracht van tabakmakelaar Léon François, naar een ontwerp door Theodoor Charlier uit 1882. Het ensemble, vergelijkbaar met de hotels De Herdt uit 1880 in de Justitiestraat, is representatief voor het rijpe oeuvre van de architect. Deze was in Antwerpen actief van begin jaren 1870 vermoedelijk tot omstreeks 1905. In zijn stedelijke residentiële architectuur uit de jaren 1870 tot 1890, past hij een conventioneel neoclassicisme toe, dat zich onderscheidt door een uitbundig, aan de Lodewijk XVI-stijl ontleend stucdecor.
Met een gevelbreedte van respectievelijk vier en drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een hoge plint uit blauwe hardsteen waarin getraliede souterrainvensters. Nadrukkelijk horizontaal geleed, beantwoorden beide opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige of getoogde deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting met oren. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf en houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.
Het herenhuis (nummer 22) beantwoordt aan een symmetrisch opzet, gemarkeerd door twee zijrisalieten. Daarvan onderscheidde het linker zich oorspronkelijk door een rechthoekige koetspoort omlijst door pilasters en een cartouchepaneel, waarbij een balkon met voluutconsoles en balustrade aansloot. Cartouchepanelen en borstweringen met casement accentueren de eerste verdieping, diamantkopsleutels en zelfde borstweringen de tweede. Bij de verbouwing van de begane grond in de twee linker traveeën, verdwenen zowel de koetspoort als het balkon; vernieuwde kroonlijst.
Het burgerhuis (nummer 20) beantwoordt aan een axiaal opzet, waarbij de middenas op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een gebogen waterlijst. Een doorgetrokken balustrade accentueert de eerste verdieping; diamantkopsleutels verrijken de bovenvensters. Begane grond en souterrain zijn volledig verbouwd.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Geheel van heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/204213 (geraadpleegd op ).
Twee rijhuizen van respectievelijk drie en vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels, daterend uit het vierde kwart van de 19de eeuw, beide echter met aangepaste begane grond. Nummer 20 geopend door licht getoogde vensters, waarrond fraaie riemlijsten met oren. Nummer 22 gemarkeerd door twee zijrisalieten en horizontaal geleed door de doorlopende, geprofileerde dorpels en kordons.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Geheel van heren- en burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5643 (geraadpleegd op ).