Teksten van Ambtswoning en kantoor van de hoofdhavenmeester

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5655

Ambtswoning en kantoor van de hoofdhavenmeester ()

Historiek en context

Markant gebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl, opgetrokken door de Stad Antwerpen, naar een ontwerp door stadbouwmeester Gustave Royers uit 1898. Het pand huisvestte de ambtswoning en het kantoor van de hoofdhavenmeester (capitaine du port) van de haven van Antwerpen. De bouw werd in juni 1899 bij openbare aanbesteding voor een bedrag van 58.170 Belgische frank toegewezen aan de aannemer Adolf Laurent Van Peeterssen uit de Zetternamstraat, die de werken in de loop van 1900 voltooide. De oorspronkelijk lage achterbouw van het kantoorgedeelte werd later verhoogd.

Gustave Royers, die in 1875 is dienst trad bij de stad Antwerpen, stond van 1888 tot 1907 als hoofdingenieur-directeur aan het hoofd van de dienst Werken. In die functie volgde hij Pieter Dens op als stadsbouwmeester. Tot zijn vroegste bouwkundige opdrachten behoort de Jongensschool 1 uit 1881 aan de Kipdorpvest. Later volgden uiteenlopende realisaties als de oranjerie van de Kruidtuin uit 1883, de brandweerkazerne uit 1885 aan het Kipdorp, de vismijn uit 1891 in de Scheldestraat, de Schippersbeurs uit 1894 in de Lange Nieuwstraat, een twaalftal stadsscholen waaronder de lagere school op het Stuivenbergplein en de Stedelijke Nijverheidsschool in de Rodestraat beide uit 1898. Van historische betekenis was het aandeel van Royers in de waterbouwkundige aanleg van de Antwerpse haven tijdens zijn ambtsperiode, met het graven van het Lefebvredok, het Amerikadok, het Eerste Havendok en de bouw van de Royerssluis.

Architectuur

Met een totale gevelbreedte van vijf traveeën, bestaat de voorname rijwoning uit een hoofdvolume van drie bouwlagen met souterrain, onder een steil zadeldak met getrapte aandaken en schoorstenen. Gemarkeerd door hoekpilasters, wordt dit laatste geflankeerd door twee portiektraveeën van slechts twee bouwlagen onder gedrukte zadeldaken. De rijk geornamenteerde lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, en overvloedig gebruik van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint, speklagen, waterlijsten, kozijnen, deuromlijstingen, hoekkettingen, consoles, de erker en de halsgevel. Gebeeldhouwde reliëfs, borstweringen en het stadswapen zijn uitgevoerd in witte natuursteen (Euville), een tegelfries met bloemenpatroon legt een kleurrijk accent op de eerste verdieping. In het geveldecor zijn symbolen verwerkt die verwijzen naar de zee, zoals dolfijntjes en nautilusschelpen, of de handel zoals de Mercuriusstraf. Nadrukkelijk horizontaal geleed door geprofileerde, gekorniste waterlijsten en kordonvomende lekdrempels, en licht asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de amper gedesaxeerde middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een imposante erker met leien afdak, en mondt uit in een monumentale verhoogde halsgevel. Steunend op een zwaar voetstuk met pinakels, een rondboogfries waarin schelpmotieven en uitgelengde korbelen, onderscheidt de bovenbouw van de erker zich door een groteskenreliëf met wapenschild (sleutel), en een ingesnoerd houten entablement op ijzeren I-balken met rozetten. Op de erker sluit een kruiskozijn aan dat de kroonlijst doorbreekt, gevat in een entablement met sterren in de boogvelden. Het wordt bekroond door de verhoogde halsgevel, die bestaat uit een attiek, een rolwerkcartouche met het stadswapen geflankeerd door voluten, het bouwjaar 1900, en een driehoekig fronton met smeedijzeren topstuk. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van kruis- en kloosterkozijnen, met boogvelden en diamantkoppen op de borstwering. Beide portalen met trappenbordes en tussendorpel op kraagstenen, worden bekroond door een medaillon met guirlande onder een gebogen pseudo-fronton op gestrekte uiteinden. Een gebroken, klassiek hoofdgestel met diamantkoppen in de fries en een houten kroonlijst op modillons, vormt de gevelbeëindiging.

Volgens de bouwplannen beperkt het kantoorgedeelte zich tot de begane grond van de twee linker traveeën, ontsloten door een afzonderlijke vestibule. Het biedt ruimte aan het kantoor van de hoofdhavenmeester met brandkoffer, een antichambre en een bediendenkantoor in de achterbouw, beide met bovenlicht. Deze oorspronkelijk eenlaagse achterbouw werd later verhoogd. De ambtswoning beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, met de keuken in het souterrain. Een enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht en overdekt terras beslaat de begane grond, geflankeerd door de traphal, met ‘cabinet’ en office, en de parallelle zijdelings ingeplante vestibule. Op de ondiepe, L-vormige eerste verdieping bevinden zich drie slaapkamers en een badkamer, op de tweede verdieping twee overige slaapkamers een ‘cabinet’ en zolders.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossier MA#82724, plannen 697#2729-2732 en DWG#3852-3860; foto FOTO#30627.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ambtswoning en kantoor van de hoofdhavenmeester [online], https://id.erfgoed.net/teksten/252673 (geraadpleegd op ).


Neorenaissance herenhuis ()

Neorenaissance herenhuis van vijf traveeën en twee verdiepingen, waarvan de middentravee verhoogd zijn met een derde bouwlaag afgewerkt met zijtrapgevels. Verhoogde halsgevel, in fries gedateerd 1900, boven de middentravee. Baksteenbouw verlevendigd met banden van natuursteen, waterlijsten, kordon vormende lekdrempels, versierde borstweringen en een fries met faïencetegels. Verticaal gemarkeerde middentravee met gekoppelde twee- en drielichten, driezijdige, uitspringende erker en verhoogde halsgevel met vleugelstukken eindigend op een driehoekig fronton en versierd met een natuurstenen stadswapen. Verder kruis- en kloosterkozijnen of rechthoekige vensters onder een blind boogveld (eerste en derde bouwlaag). Links en rechts lagere deurtravee; rechthoekige omlijstingen met geprofileerd beloop, met bovenlicht bekroond door een rondboogvormig paneel.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ambtswoning en kantoor van de hoofdhavenmeester [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5655 (geraadpleegd op ).