is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Oorlogsgedenkteken voor militaire en burgerlijke slachtoffers
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Oorlogsgedenkteken voor militaire en burgerlijke slachtoffers
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Monument voor militaire en andere oorlogsslachtoffers
Deze vaststelling was geldig van tot
Oorlogsgedenkteken voor de Oostendse militairen, gesneuveld op het ereveld, voor de geallieerde soldaten, gesneuveld en begraven in Oostende en voor de burgerlijke slachtoffers uit Oostende. Het gedenkteken werd in oorsprong gerealiseerd door beeldhouwer Pieter Braecke en architect Victor Creten.
In een mededeling van het stadsbestuur aan de gouverneur werd voor het eerst het voornemen bekend gemaakt om een gedenkteken op te richten voor de Oostendse en de geallieerde soldaten en de burgerlijke slachtoffers. De kostprijs werd geraamd op 300.000 fr. waarvan 50.000 fr. door openbare inschrijving, 100.000 fr. stadstoelage, 150.000 fr. subsidie van het rijk en de provincie. Staat en provincie weigerden echter een toelage te geven. Het ontwerp mocht uiteindelijk niet meer kosten dan 200.000 fr.
Het ontwerp van Pieter Braecke en Victor Creten werd uitgekozen. Een kolossaal gedenkteken van 11m hoogte werd opgericht, met bovenaan de bronzen voorstelling van de Zege: "De Belgische soldaat stapt uit de loopgraven van de IJzer voor de bevrijding van zijn land". Dit bronzen beeld werd volgens de inscriptie gegoten door de 'Fonderie Nationale des Bronzes J. Petermann St. Gilles Bruxelles' en werd verder gesigneerd door P. Braecke, 1922. Het beeld vertoont resten van de vroegere vergulding. Het bronzen standbeeld werd ook wel omschreven als "de genius van den soldaat, de palm der vrede zegevierend". Een naakte soldaat draagt een helm, gecamoufleerd met eikentakjes; hij stapt uit het riet van de IJzer. Hij is voorzien van een rugzak, schoudertas en opgeplooid schopje. Hij loopt met gebalde vuisten de loopgracht uit en houdt in de rechterhand een lauriertakje vast als symbool van de overwinning. Op zijn linkerschouder ligt een wapperend stuk textiel. Op de grond liggen een Duitse punthelm en een kanonloop.
In de stenen sokkel van Euvillesteen bevonden zich onder het wapenschild van de stad Oostende twee hoogreliëfs, eveneens van Euvillesteen. Het eerste wordt "De vlucht van de Oostendse vissers in 1914" genoemd. Dit reliëf moet volgens sommige bronnen geïnterpreteerd worden als de opoffering van de zeevissers voor de vluchtelingen tijdens de eerste oorlogsmaanden van 1914. Het tweede reliëf wordt de "Bevrijding in 1918" genoemd, of de "Verdediging van het vaandel". De centrale soldaat op dit reliëf werd door Braecke hergebruikt in het oorlogsgedenkteken van Aarschot. De reliëfs werden gekapt door het atelier van Gustave Dejonckheere (1883-1972).
Tijdens de inhuldigingsplechtigheden, die drie dagen duurden, werden én het stedelijke gedenkteken én het gedenkteken voor het 3de / 23ste linieregiment onthuld op 3 september 1922, in aanwezigheid van de Britse luitenant-kolonel Maundie en sir Lewis Newton, vertegenwoordiger van de stad Londen.
In de jaren 1960 begon het gedenkteken over te hellen. Daarom werd het in 1968 gedemonteerd en verplaatst van het plein vóór de Sint-Pieters- en -Pauluskerk naar de tuinaanleg ter hoogte van de zijgevel van de kerk. Dit ging echter gepaard met een 'actualisering' van het gedenkteken. Enkel de twee reliëfs werden herplaatst. De reliëfs die uit verschillende steenblokken bestaan, vertonen nu vrij brede voegen, mogelijk door het uit elkaar halen van de verschillende elementen. Aan de straatzijde werd een gebogen wand uitgewerkt met de hoofden van Albert I en Astrid door de Oostendse beeldhouwer August Michiels en architect Jan Lewyllie. De bronzen soldaat werd na enkele omzwervingen overgebracht naar de binnenkoer van het Oostends Historisch Museum De Plate.
Op een cirkelvormig betonnen podium met drie niveaus staat een groot gedenkteken met een complexe structuur. Vooraan een hoge concaaf gebogen betonnen muur met daartegen de portretbustes van Albert en Elisabeth in een moderne uitvoering. Daaronder in bronzen letters "ALBERT I", "ELISABETH".
Achter de muur zijn twee hoge muren met erop twee beeldhouwwerken in hoogreliëf geplaatst. Het eerste reliëf stelt de vluchtende vissersbevolking of de vissersbevolking die de vluchtende bevolking helpt voor, met op de voorgrond aan de kaai een stoere visser met een kind op de arm, zijn vrouw bij de hand meevoerend en een hond tussen de benen. Opzij en achter hem staan mannen en vrouwen met een bange gelaatsuitdrukking. Een visser knielt om een gewonde vrouw aan boord van een schip te brengen. Iemand steekt een baby de hoogte in en wuift met een doek. Een andere visser heeft een kind met haar pop vast. Een vrouw vlucht met al haar bezit, de kat incluis, in een mand op haar hoofd. Links zien we de schouw van een stoomboot met het opschrift "BREIDEL". Op de achtergrond staat de stad in brand. Boven een bord met de opschriften "OOSTENDE" en "DOVER" verschijnt in de rechterbovenhoek tussen de rookslierten het gehelmde hoofd van een Duitse militair. Het tweede reliëf toont in het centrum een soldaat met het Belgische vaandel bekroond met vage sporen van het opschrift "S.P.Q.B." en een leeuwtje. Tussen zijn voeten liggen de resten van een paard. Links wordt een soldaat door een kameraad ondersteund en daarachter staat een man met een gasmasker. Rechts staan de soldaten in de loopgraven van zandzakjes; erboven werpt een soldaat een handgranaat. Op de achtergrond zien we een strijdende Koning Albert I te paard, een brandende kanonmond en een wervelende rookwolk.
Op de buitenste cirkel van het podium staat een lage rondgebogen betonnen muur: "AAN ONZE GESNEUVELDEN EN OORLOGSSLACHTOFFERS 1914-1918 1940-1945". Deze tekst, uitgevoerd in bronzen letters, wordt op de achterkant herhaald.
Uitvoering: A. Michiels (moderne sculptuur) (gesigneerd); P. Braecke (hoogreliëfs) (gesigneerd); Creten (architect)
H. 425 x Ø 1000 cm
Bron: Beschermingsdossier DW002457 (2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Petrusplein en -Paulusplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsgedenkteken voor militaire en burgerlijke slachtoffers [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/56583 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.