Samenstel van drie pakhuizen en natiegebouwen die kort na elkaar werden opgetrokken. Het middenpand (nummer 34) is het oudste, in 1859 gebouwd door de aannemer-architect Jean Baptiste Winders in opdracht van de heren Van Cuyck en Van Grimbergen, en in 1863 verhoogd met een extra verdieping. Deze laatsten lieten in 1863 ook het rechterpand (nummer 62) bouwen, het Magazijn St. Joseph, ontworpen door Winders eind 1862. Het linkerpand (nummer 36) kwam eveneens in 1859, onmiddellijk na het middenpand tot stand in opdracht van de heer P.J. Van Noten, die het nog tijdens de bouw in 1860 met een extra verdieping verhoogde. Ontwerper noch aannemer van dit laatste pand vallen uit de bouwdossiers af te leiden.
In 1869 kwamen het midden- en het rechterpand in het bezit van de Wijngaard Natie, die datzelfde jaar de doorrij naar de binnenplaats liet verbreden door de architect Heliodore Leclef. Deze ontwierp vermoedelijk ook de natiegebouwen zoals paardenstallen en een smidse op de binnenplaats; een niet teruggevonden gevelsteen droeg het opschrift: “DEKENS WEYNS, WILDIERS & CIE DER WYNGAERD NATIE, 1869, H. LECLEF”. De Wijngaard Natie ging terug op de 18de-eeuwse Melknatie of de Natie van de Wijngaardstraat. Deze opereerde vanaf 1864 onder de firmanaam Weyns, Wildiers & Cie, met het statuut van vennootschap onder gemeenschappelijke naam, in 1882 gewijzigd tot Van Mechelen, Wildiers & Cie. Natiedeken Ferdinand Van Mechelen (Pulle, 1840-Antwerpen, 1911), liet in 1887 verderop aan de Oudeleeuwenrui het café “Hier is ’t in de Wijngaard” bouwen, naar ontwerp van zijn zoon, de latere stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen. In 1904 werd door de aannemer Edward Spruyt (zoon) een nog bewaard pakhuis gebouwd op de binnenplaats, palend aan het Magazijn St. Joseph. In 1946, onder het bestuur van dekens Oscar De Buck en Lucien Kops, volgde aan de overzijde van de binnenplaats een groot pakhuis met een betonskelet, naar een ontwerp door de architect Harry van de Veerdonk. Het complex natiegebouwen onderging een grondige renovatie tot handelsruimte, kantoren, en appartementen, in combinatie met nieuwbouw op de binnenplaats, naar een ontwerp door de architect Boud Rombouts uit 2003-2005. Daarbij verdween een deel van de vroegere natiegebouwen, waaronder de stal voor zieke paarden en de smidse aan de zuidzijde, en werd het pakhuis uit 1946 omgevormd tot een parkeergarage waarop twee woonlagen.
Complex van in totaal vijf traveeën en vier bouwlagen onder een schilddak (Vlaamse pannen), opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van blauwe hardsteen en witte natuursteen voor de plint, puilijst, pijlers, sluit- en kraagstenen, lekdrempels en steigergaten. Geleed door de puilijst met muizentand en symmetrisch van opzet, legt de compositie van het rechter gedeelte uit 1863 de klemtoon op de brede en hoger opgetrokken middenas. De bovenbouw wordt geritmeerd door een rondbogig en rechthoekige spaarvelden in kolossale orde. Verder onderscheidt het pakhuis zich door het gebruik van contrasterende zwarte baksteen voor de vensteromlijstingen en archivolten. Op de begane grond arcade van korfboogpoorten met sluitstenen en imposten; op de bovenverdiepingen registers van getoogde of rondbogige laadluiken in de middenas, en rondboogtweelichten met lekdrempel op consoles in de zijtraveeën. Een gevelsteen met opschrift “ST. JOSEPH”, en een hijsbalk onder een houten luifel met smeedijzeren consoles, accentueren de middenas. Een gemetselde tandlijst en houten kroonlijst boven steigergaten vormen de gevelbeëindiging. Het linker gedeelte uit 1859/1863 is eenvoudiger van opzet, met op de begane grond de brede korfboogdoorrij met schamppalen uit 1869, en getoogde bovenvensters. Constructie van houten moer- en kinderbalken in het interieur, de moerbalk gedragen door twee houten kolommen met slof.
Aan de westzijde van de gekasseide binnenplaats, sluit op het Magazijn St. Joseph het pakhuis uit 1904 aan, drie traveeën breed en vijf bouwlagen hoog op een quasi vierkante plattegrond onder een plat dak. Symmetrische opbouw met centrale laadtravee geaccentueerd door valbruggen onder een overluifelde, ijzeren hijsbalk. Verder rechthoekige openingen met ijzeren I-balk en hardstenen dorpel, en rondboogvensters in de topgeleding. In het interieur structuur van vlakke betonnen vloerplaten, via een gebogen overgang rustend op de benedenflenzen van een uit twee I-balken samengestelde ligger. Deze wordt ondersteund door gietijzeren kolommen met vlakke oplegging en twee kleine aangegoten steunribben. Bij dit pakhuis sluit het vroegere gereedschapsmagazijn aan met houten moerbalken op gietijzeren kolommen in het interieur, en de paardenstal, het magazijn voor paardenvoer en paardengereedschap, met een moer- en kinderbalken-constructie op standvinken en in de buitenmuren aangebrachte geschoorde sleutelstukken. Deze gebouwen omvatten twee bouwlagen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), met oorspronkelijk getoogde muuropeningen.
Gebouw van twee traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). Oorspronkelijk een lijstgevel met centraal dakvenster, is het gevelfront vandaag aangepast tot een puntgevel. Deze heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door contrasterende zwarte baksteen voor de hoekpilasters en -postamenten, archivolten, waterlijsten, het hoofdgestel en het dakvenster. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnnantieschema. Oorspronkelijk geopend door een rondboogarcade met venster en poort, is de begane grond verbouwd. Kolossale hoekpilasters bekroond door gekanteelde postamenten markeren de bovenbouw, die is opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met afgeronde bovenhoeken, doorgetrokken waterlijsten en hardstenen lekdrempels. Vier ronde oculi flankeren het centrale, rondbogige dakvenster met onderdorpel. Een hoofdgestel met muizentand en kordon vormt de gevelbeëindiging.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2018: Wijngaard Natie en Magazijn St. Joseph [online], https://id.erfgoed.net/teksten/280710 (geraadpleegd op ).
Wijngaardnatie. Magazijn Sint-Jozef. Bakstenen lijstgevel van vijf traveeën en vier bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen). Rechter gedeelte: drie traveeën met op de begane grond twee getoogde korfboogpoorten met centrale rondboogpoort. Afsluitende puilijst met muizentand. In de bovenverdieping centraal risaliet met getoogde luiken en hijsbalk met bewaarde luifel voor rondboogluik. Zijtravee met per twee gekoppelde rondboogvensters op doorlopende dorpels. Steigergaten. Twee linker traveeën eenvoudiger (geschilderd): op begane grond; brede korfboogpoort met schamppalen. Getoogde bovenvensters.
Interieur uitgevoerd door middel van moer- en kinderbalken-constructie; moerbalk gedragen door twee houten kolommen met slof.
De andere delen vormen gedifferentieerde volumina, aan drie zijden van een gekasseide binnenkoer. Aansluitend ten zuiden aan Magazijn Sint-Jozef: stapelruimte (begin 20ste eeuw) van vijf bouwlagen, drie traveeën (symmetrische schikking met een travee aan weerszijden van een laadtravee), onder plat dak. Rechthoekige openingen onder I-balk, en met hardstenen dorpel; rondboogvensters in vijfde bouwlaag; ijzeren roedeverdeling; laadtravee met laadvensters met valbruggen, onder ver uitstekende, opgehangen ijzeren hijsbalk.
Interieur uitgevoerd door middel van vlakke betonnen vloerplaten, via gebogen overgang rustend op de benedenflenzen van een uit twee I-balken samengestelde ligger; ondersteund door gietijzeren kolommen met vlakke oplegging en twee kleine aangegoten steunribben.
Aansluitend hierbij vroeger gereedschapsmagazijn, heden vervoersbureel (in interieur houten moerbalken op gietijzeren kolommen) en paardenstal, magazijn paardenvoer en paardengereedschap, heden garages (moer- en kinderbalken-constructie op standvink en in buitenmuren aangebrachte geschoorde sleutelstukken). Ten zuiden van de binnenkoer: vroegere ziekenstal der paarden (heden schrijnwerkerij) en smidse. Al deze delen bezitten twee bouwlagen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), met - oorspronkelijk - getoogde openingen.
Ten westen van de binnenkoer volumineuze hall in betonskelet met buitenmuren in baksteenmetselwerk, in middenruimte rustend op slanke gewapende betonnen kolommen van circa 15 m hoog. Jaarsteen in gevel: "Gebouwd in 1946 onder het bestuur der Dekens / De Buck Oscar / Kops Lucien / / H.v.d. Veerdonk / Architect".
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Wijngaard Natie en Magazijn St. Joseph [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5662 (geraadpleegd op ).