Industriële vestiging van de voormalige "Union chimique belge", nu in verdeeld bezit van meerdere chemische groepen. Domein gevat tussen spoorweg Oostende-Brussel ten zuiden, de Stationsstraat ten oosten en het kanaal Brugge-Oostende (Oudenburgsesteenweg) ten noorden.

Gebouwen op het terrein verbonden door middel van spoorlijnen. De oudst bewaarde en meest representatieve gebouwen zijn de voormalige "Salle des compresseurs" en de elektriciteitscentrale gekenmerkt door rode baksteenbouw verlevendigd door middel van arduin voor sluitstenen, plinten en sierelementen, en zadeldaken (pannen, golfplaten). Tevens productiegebouwen uit de jaren 1930 met een betonnen skeletstructuur en vensters, onder meer het zogenaamde "Glycogebouw". Uit het tweede kwart van de 20ste eeuw loodsen met vakwerk (baksteen en metaal) onder zadeldak (golfplaten). Voormalige hoofdtoegang aan de Oudenburgsesteenweg (ten noorden) gesupprimeerd, toegang nu onder meer via Stationsstraat.

Voormalige hoofdtoegang gemarkeerd door vijf bakstenen postamenten en gietijzeren hekken. Vervallen portiershuisje uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: vakwerkconstructie met baksteenwand op arduinen plint; pannen wolfsdak met dakoverstek op sierlijk uitgewerkte korbelen.
Voormalige "Salle des compresseurs" naar verluidt van 1929. Zeven traveeën + drie linker- en drie rechtertraveeën en één bouwlaag op licht verhoogde begane grond; gemansardeerd zadeldak (nok loodrecht op Oudenburgsesteenweg, mechanische pannen). Neoclassicistisch getint representatief gebouw zie ritmering door middel van rondbogige muuropeningen, lisenen, en hoofdgestel met rechte baksteenfries en suggestie van architraaf. Symmetrisch opgevatte voorgevel met centraal portaal met bordes en frontonbekroning. Drie linkertraveeën deels blind, zie rechthoekige muuropeningen onder strek en rondboognis van donkerder baksteen in visgraatverband. Getoogde keldervensters.

Zijgevels met drie gekoppelde getoogde vensters verdiept in rondboognis. Deels bewaard houtwerk: ijzeren raamwerk in een houten kader, kleine roedeverdeling en radvormig in de bovenlichten. Grotendeels verbouwd interieur doch bewaard ijzeren gebint.

In de as van laatstgenoemd gebouw, voormalig directeursbureau uit de jaren 1930. Eclectisch getint gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (nok loodrecht op Oudenburgsesteenweg, mechanische pannen), dakoverstek op sierlijk uitgewerkte korbelen. Voorgevel met uitgewerkte erker en opengewerkte balkonbekroning. Bewaarde hal met cementvloer en houten bordestrap.

Tussen de "Salle des compresseurs" en het directeursbureau in, hoger kantoorgebouw uit de jaren 1930-1940, geïnspireerd op het directeursgebouw.
Voormalige elektriciteitscentrale uit de jaren 1920. Acht traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op Oudenburgsesteenweg, golfplaten). Rode baksteenbouw, donkerder baksteen voor de vensteromlijstingen. Symmetrisch opgevatte topgevel met markerende lisenen, casementen en rondboogvensters. Klassiek opgevatte dubbele trap naar de turbinezaal; beton, opengewerkte balustrade. Vensters met roedeverdeling van beton. Grote binnenruimte met ijzeren vakwerkspant.

Rechts van de elektriciteitscentrale, voormalige compressorzaal uit de jaren 1920 met gelijkaardige betonnen trap.