erfgoedobject

Romp van de Molen van Stene met molenaarswoning

bouwkundig element
ID
56669
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/56669

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Molen van Stene of Plaatsemolen, een bakstenen bergmolen, verving in 1852 een staakmolen. De romp is achterin gelegen achter de molenaarswoning uit de tweede helft van de 19de eeuw, nu een herberg (Stenedorpstraat nummer 4). Ten noorden paalt het molenperceel aan het Provinciegeleed, ten zuiden aan het kerkhof. De molen domineert samen met de Sint-Annakerk de historische dorpskom van Stene.

Historiek

In 1852 bouwde François Cornelius Vandenbussche, molenaar uit Stene, deze stenen bergmolen. Hij verving een houten staakmolen die tot 1584 terugging en tijdens het beleg van Oostende (1601-1604) een rol als uitkijkpost zou hebben gespeeld. In 1878 was de molen -"construit en briques, bien situé près du centre du village” - uitgerust met “trois paires de meules". De aanvankelijke korenmolen evolueerde naar een gecombineerde koren- en oliewindmolen. Bij de verkoop in 1919 aan molenaar Cyril Parmentier waren er “3 koppel maalsteenen en cylinder” en een “stampkot met koppel plettersteenen”. Sinds het afkraken van een wiek bij een storm in 1927 werd de molen aangedreven door een stookoliemotor in een motorkot dat tegen de romp aangebouwd werd (met minstens gedeeltelijke afgraving van de molenberg). C. Parmentier installeerde echter reeds in 1925 een Otto-Deutz-armgasmotor. De tweede wiek en de volledige kap werden verwijderd. Nog voor de Tweede Wereldoorlog raakte ook de mechanische maalderij in onbruik. In 1978 werd het gebouw aangekocht door de Stad Oostende. Een maalvaardige restauratie bleef in de planfase steken. In 1982 werden de pletstenen van de olieslagerij op de begane grond, die bij de molen waren ingegraven, opnieuw blootgelegd. In 1988-1990 werd de molenromp gerestaureerd met steun van de Koning Boudewijnstichting en richtte Heemkring ’t Schorre de molen in als tentoonstellingsruimte. De omgeving rond de molen werd aangelegd als een parkje. In 2011 werd de romp opnieuw hersteld.

Beschrijving

De molenromp is gebouwd in gele, witgekalkte baksteen (formaat 21 x 10 x 6 cm). Boven de begane grond ter hoogte van de vroegere berg zijn er drie zolders. In de begane grond steken getoogde muuropeningen. De eerste zolder is opengewerkt door rondboogvensters en -deuren onder strek met druiplijst. Deze deuren gaven vanaf de bovenkant van de berg toegang tot de maalzolder. In de tweede en de derde zolder steken opnieuw getoogde vensters. Aan de oostkant zijn de muuropeningen recht boven elkaar geplaatst, aan de andere kanten geschrankt. In de vensters steken houten ramen met kleine roedeverdeling naar oude model. De bovenkant van de romp (onder de vroegere kap) is afgewerkt met een borstwering met steigergaten. In het grasperk rond de molen zijn de pletstenen van de vroegere olieslagerij bewaard. Ten noordwesten is het motorkot van 1927 aangebouwd. Het gebouwtje van anderhalve bouwlaag is gevat onder een zadeldak (Vlaamse pannen). De witgekalkte, verankerde bakstenen muren op zwart geschilderde plint zijn opengewerkt door rechthoekige muuropeningen en één getoogd venster. In de noordwestelijke zijpuntgevel steekt een houten poort onder een dito doorlopende latei. Daarboven steekt een laadvenster met katrol. De pomp tegen dit gebouw voorzag water voor de afkoeling van de stookoliemotor.

Inrichting van de molen. Op de benedenverdieping is de ijzeren koningsspil met onderaan een  kamwiel bewaard. Op de tweede zolder (steenzolder) was in 1984 nog een koppel maalstenen bewaard, na de restauratie van 1988-1990 is dit mogelijk niet meer aanwezig. Op de eerste zolder (maalzolder) verwijst een pasbalk nog naar het tweede koppel maalstenen. De koningsspil met alle wielen en de aandrijving van de haverpletter is ook bewaard op de andere zolders. In 1984 was er op de steenzolder nog een spoorwiel met 48 kammen en een kamwiel met 28 kammen.

Ten westen van de molenromp, aan de Stenedorpstraat, is de molenaarswoning ingericht als herberg "Molenaarshuis". De aansluitende graanbergplaats is echter gesloopt. De woning uit de tweede helft van de 19de eeuw is opgevat als een dubbelhuis van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig met straat) met bakgoot op klossen. De lijstgevel aan de straatzijde is wit geschilderd en gecementeerd met schijnvoegen en art-decogetinte versiering. De getoogde muuropeningen zijn ingevuld met vernieuwd houtwerk met T-indeling en luiken naar oud model. De vlak gecementeerde rechter zijpuntgevel heeft een blind rondboogvenster in de top.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, nummers 483 en 1300, DW602.
  • ADRIAENSENS I. (redactie) 1988: Monumentenzorg ieders zorg. Verenigingen zetten zich in voor monumenten 1987-1988, Brussel, 58-59.
  • BECUWE F. 2009: In de ban van Ceres. Klein- en grootmaalderijen in Vlaanderen (ca. 1850 – ca. 1950), Relicta Monografieën 3, Brussel, 187, 254.
  • DE SMEDT H. 1978: Stene, een dorp in de stad, Stene, 31, 36-37.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 320-321.
  • HASQUIN H. 1980: Gemeenten van België, Brussel, 1065.
  • VAN CAILLIE A. 1983: Oud Oostende in Beeld, deel 1, Blankenberge, nummer 199 (prentbriefkaarten).
  • VANDEWALLE P. 1990: Rondom de molen, 't Schorre 13.1, 12-15.

Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Romp van de Molen van Stene met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/56669 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.