De Molen van Stene of Plaatsemolen, een bakstenen bergmolen, verving in 1852 een staakmolen. De romp is achterin gelegen achter de molenaarswoning uit de tweede helft van de 19de eeuw, nu een herberg (Stenedorpstraat nummer 4). Ten noorden paalt het molenperceel aan het Provinciegeleed, ten zuiden aan het kerkhof. De molen domineert samen met de Sint-Annakerk de historische dorpskom van Stene.
In 1852 bouwde François Cornelius Vandenbussche, molenaar uit Stene, deze stenen bergmolen. Hij verving een houten staakmolen die tot 1584 terugging en tijdens het beleg van Oostende (1601-1604) een rol als uitkijkpost zou hebben gespeeld. In 1878 was de molen -"construit en briques, bien situé près du centre du village” - uitgerust met “trois paires de meules". De aanvankelijke korenmolen evolueerde naar een gecombineerde koren- en oliewindmolen. Bij de verkoop in 1919 aan molenaar Cyril Parmentier waren er “3 koppel maalsteenen en cylinder” en een “stampkot met koppel plettersteenen”. Sinds het afkraken van een wiek bij een storm in 1927 werd de molen aangedreven door een stookoliemotor in een motorkot dat tegen de romp aangebouwd werd (met minstens gedeeltelijke afgraving van de molenberg). C. Parmentier installeerde echter reeds in 1925 een Otto-Deutz-armgasmotor. De tweede wiek en de volledige kap werden verwijderd. Nog voor de Tweede Wereldoorlog raakte ook de mechanische maalderij in onbruik. In 1978 werd het gebouw aangekocht door de Stad Oostende. Een maalvaardige restauratie bleef in de planfase steken. In 1982 werden de pletstenen van de olieslagerij op de begane grond, die bij de molen waren ingegraven, opnieuw blootgelegd. In 1988-1990 werd de molenromp gerestaureerd met steun van de Koning Boudewijnstichting en richtte Heemkring ’t Schorre de molen in als tentoonstellingsruimte. De omgeving rond de molen werd aangelegd als een parkje. In 2011 werd de romp opnieuw hersteld.
De molenromp is gebouwd in gele, witgekalkte baksteen (formaat 21 x 10 x 6 cm). Boven de begane grond ter hoogte van de vroegere berg zijn er drie zolders. In de begane grond steken getoogde muuropeningen. De eerste zolder is opengewerkt door rondboogvensters en -deuren onder strek met druiplijst. Deze deuren gaven vanaf de bovenkant van de berg toegang tot de maalzolder. In de tweede en de derde zolder steken opnieuw getoogde vensters. Aan de oostkant zijn de muuropeningen recht boven elkaar geplaatst, aan de andere kanten geschrankt. In de vensters steken houten ramen met kleine roedeverdeling naar oude model. De bovenkant van de romp (onder de vroegere kap) is afgewerkt met een borstwering met steigergaten. In het grasperk rond de molen zijn de pletstenen van de vroegere olieslagerij bewaard. Ten noordwesten is het motorkot van 1927 aangebouwd. Het gebouwtje van anderhalve bouwlaag is gevat onder een zadeldak (Vlaamse pannen). De witgekalkte, verankerde bakstenen muren op zwart geschilderde plint zijn opengewerkt door rechthoekige muuropeningen en één getoogd venster. In de noordwestelijke zijpuntgevel steekt een houten poort onder een dito doorlopende latei. Daarboven steekt een laadvenster met katrol. De pomp tegen dit gebouw voorzag water voor de afkoeling van de stookoliemotor.
Inrichting van de molen. Op de benedenverdieping is de ijzeren koningsspil met onderaan een kamwiel bewaard. Op de tweede zolder (steenzolder) was in 1984 nog een koppel maalstenen bewaard, na de restauratie van 1988-1990 is dit mogelijk niet meer aanwezig. Op de eerste zolder (maalzolder) verwijst een pasbalk nog naar het tweede koppel maalstenen. De koningsspil met alle wielen en de aandrijving van de haverpletter is ook bewaard op de andere zolders. In 1984 was er op de steenzolder nog een spoorwiel met 48 kammen en een kamwiel met 28 kammen.
Ten westen van de molenromp, aan de Stenedorpstraat, is de molenaarswoning ingericht als herberg "Molenaarshuis". De aansluitende graanbergplaats is echter gesloopt. De woning uit de tweede helft van de 19de eeuw is opgevat als een dubbelhuis van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig met straat) met bakgoot op klossen. De lijstgevel aan de straatzijde is wit geschilderd en gecementeerd met schijnvoegen en art-decogetinte versiering. De getoogde muuropeningen zijn ingevuld met vernieuwd houtwerk met T-indeling en luiken naar oud model. De vlak gecementeerde rechter zijpuntgevel heeft een blind rondboogvenster in de top.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Kerrinckx H. & Vanneste P. & Hooft E. & Callaert G. 2020: Romp van de Molen van Stene met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359985 (geraadpleegd op ).
Molenromp met molenaarshuis gelegen achter huizenrij van de Stenedorpstraat, nabij de Steensedijk aan de noordelijke dorpsrand, ten zuiden grenzend aan het kerkhof. Domineert samen met Sint-Annakerk de dorpskom.
Bakstenen bergmolen, gebouwd in 1853 als koren- en oliemolen, ter vervanging van een houten, tot 1584 teruggaande molen, die tijdens het beleg van Oostende (1601-1604) een rol als uitkijkpost zou hebben gespeeld. In 1927 werd een wiek afgerukt tijdens storm en niet meer hersteld; sindsdien aangedreven door stookoliemotor waardoor andere overbodige wieken werden verwijderd. Reeds in onbruik voor de Tweede Wereldoorlog. Aangekocht door de Stad Oostende in 1978; berg afgevoerd. 1988 - 1990: volledige restauratie, op initiatief van de Heemkring 't Schorre.
Molenromp van gele, witgekalkte baksteen, met drie zolders en toegelegde kapzolder. Rondboogvensters en -ingangen met druiplijst in eerste zolder, segmentboogvensters in tweede en derde zolder; aan oostkant recht boven elkaar geplaatst, aan de andere kanten geschrankt. Steigergaten op bovenste zolder. Tegen binnenwanden vier gemetselde pilasters als versteviging. Naast de molen twee oliepletstenen, die tot 1982 rechtop in de grond ingegraven waren. Op benedenverdieping, een ijzeren koningsspil met onderaan modern kamwiel; op tweede zolder (steenzolder) een koppel maalstenen; op de eerste zolder (maalzolder) pasbalk die verwijst naar tweede koppel maalstenen. Ten noorden aanbouwsel van 1927 voor stookoliemotor in witgekalkte, verankerde baksteen op gepikte plint, onder zadeldak (Vlaamse pannen). Rechthoekige muuropeningen, één getoogd venster; poort met houten doorlopende latei.
Ten noorden van de molenromp, aan de Stenedorpstraat, het molenaarshuis met aanpalende graanbergplaats, nu herberg "Molenaarshuis" of "Carpe Diem". Uit de tweede helft van de 19de eeuw dubbelhuis van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig met straat) met bakgoot op klossen. Gecementeerde lijstgevel met schijnvoegen en art-decogetinte versiering; getoogde muuropeningen. Vlak gecementeerde rechterzijpuntgevel met blind rondboogvenster in de top.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Kerrinckx H. & Vanneste P. & Hooft E. & Callaert G. 2005: Romp van de Molen van Stene met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/56669 (geraadpleegd op ).