Voormalig Zeewezengebouw en inschepinghall voor de pakketboten naar Dover , later hoofdgebouw van de R.M.T. en vervolgens van Oostende Lines. In 1956-1958 gebouwd naar ontwerp van de Gentse architecten Valentin Vaerwyck en Jean Hebbelynck, ter vervanging van de in de Tweede Wereldoorlog vernielde gebouwen. Het oude complex was samen met het nieuwe zeestation in 1907-1913 opgetrokken op dezelfde locatie. Voorstudie in 1954, met een meer monumentaal ontwerp van dezelfde architecten; in 1956 wordt de bouw van het eigenlijke complex met monumentale, maar strakke vormgeving toegewezen aan de bouwfirma Gebroeders Deveeuw (Wevelgem). In 1958 was het gebouw afgewerkt, klaar om de grote toeloop van toeristen naar de "Expo '58" in Brussel, op te vangen. Het nieuwe gebouw moest naast de administratieve diensten van de Pakketbotendienst naar Dover, Zeevaartinspectie en Waterschoutambt, ook een grote douanezaal, paspoortcontrole en wachtzalen bevatten. Het L-vormige complex wordt tegen het bestaande stationsgebouw aangebouwd. Rond een betonskelet van elf + drie + twaalf traveeën en drie/vier en een halve bouwlaag wordt een arduinen bekleding aangebracht, wat het gebouw een representatief uitzicht verleent; koperen bedaking bestaande uit platte schild- en zadeldaken, voorzien van belvedère. De gevel wordt versierd met bas-reliëfs van Geo Verbanck (Gent) boven het centrale vooruitspringende inkomportaal. De strakke gevels worden geritmeerd door rechthoekige gietijzeren vensters zonder omlijsting. Interieur met marmeren sokkellambrisering in hall en trapzaal.