Zeesluis Demey. Sluis in het Vlotdok, als toegang tot de Handelshaven, gebouwd in de kom van de oude Franse spuikom; eerste steenlegging op 19 juni 1898 door Koning Leopold II. Genoemd naar ir. P. De Mey, die de leiding heeft over de uitbreidingswerken van de haven tussen 1898 en 1914.

Afmetingen van de sluis: totale lengte 178,10 m, breedte 18 m, peil bodem van de sluiskolk 4,90 m (zuid), peil van de drempels 4,50 m (zuid), nuttige schutlengte 120 m. De sluiskolkbedding was voorzien in beton- en baksteenuitvoering; tijdens de werken moest men wegens stabiliteitsproblemen overschakelen op een veel duurdere uitvoering, namelijk de bedding ondersteunen met 6427 houten heipalen van 6,50 tot 7,50 m lengte. In 1903 worden de sluisdeuren aangebracht. Aanvankelijk worden vijf paar deuren geplaatst, drie paar ebbedeuren en twee paar vloeddeuren; later valt één paar ebbedeuren weg. Na de voltooiing van de sluisdeuren wordt de oude sluis gesloopt; in 1904 wordt voor het eerst zeewater toegelaten in de nieuwe sluiskom en wordt het complex volledig getest op zijn degelijkheid. Over de sluizen heen worden in 1902-1903 twee draaibruggen gebouwd. Aan de geulzijde van de zeesluis maakt een bakstenen glooiing de verbinding met de nieuwe diepwaterkaai van de voorhaven, aan de andere zijde wordt een houten geleidingssteiger gebouwd van 120 m lengte. In de Eerste Wereldoorlog wordt in de saskom van de sluis een baggermolen, de "Wilskracht" tot zinken gebracht; sluisdeuren en metselwerk worden beschadigd, het elektrische aandrijfmechanisme onklaar gemaakt; opruiming in 1919-1920. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn twee stoomhoppers afgezonken in de sluiskom van de Demeysluis, waardoor het openen van de sluisdeuren wordt belet; beide bruggen over de sluis worden eveneens vernield. Na de oorlog wordt de sluis volledig hersteld.