Verbindingsbruggen tussen Blankenberge en Oostende, in het verlengde van de Graaf de Smet de Naeyerlaan, circa 1900 aangelegd als onderdeel van de zogenaamde Koninklijke Baan, de ontsluitingsweg van de volledige kust uitgebouwd op initiatief van koning Leopold II.
Opeenvolging van drie bruggen: een kleine brug op I-profielen over de Slachthuiskaai, een vaste brug over een inmiddels verdwenen afvoerkanaal, een vaste krukbrug over de spoorweg; de draaibrug over de Demeysluis sluit hierop aan. Draaibrug samen met die aan de andere kant van de sluis geconstrueerd in 1902-1903 samen met de inrichting van de sluis; andere bruggen in 1903-1905 in één fase gebouwd door de Franse architect Alban Chambon.
Eerste brug aansluitend bij de trap van de Slachthuiskaai naar de Graaf de Smet de Naeyerlaan; pijlers bekroond met vazen, versierd met schelpen en zeemonstertjes.
Tweede, grote brug, in ronde boog van fraai gedecoreerd gietijzer met klinknagels over het verdwenen kanaal. Vier hoge natuurstenen brugpijlers met gebeeldhouwde versieringen van scheepsboegen, golven en schelpen, waarop vroeger bronzen naakte engelenbeelden van Julien Dillens en Karel De Kesel, in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers omgesmolten, zie officieuze benaming "Engelenbrug" of "Tettenbrug". Tevens monogram van Leopold II. Op de twee noordelijke sokkels van de pylonen bevonden zich twee bronzen bas-reliëfs van Karel De Kesel, eveneens met de scheepvaart als thema. De twee data, 1903 en 1905, verwijzen respectievelijk naar de eerstesteenlegging en de afwerking van de brug. Op de sokkels van de andere pylonen, bewaarde bronzen inwijdingsplaketten.
Over de spoorweg, de zogenaamde "Leeuwenbrug", omwille van de verdwenen bronzen leeuwen door Karel De Kesel op de natuurstenen brugpijlers. Gietijzeren afsluiting met neogotische inslag. Pijlers versierd met gebeeldhouwde treinlocomotieven van dezelfde beeldhouwer.
Laatste brug in de rij, zeewaartse stalen draaibrug van 60 meter lang en 8,50 meter breed, over het benedenhoofd van de Demeysluis, van hetzelfde type als de Demeybrug aan het bovenhoofd (zie Demeybrug). Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de brug volledig vernield, vervangen in 1951; in 1995 eveneens volledig vernieuwd.
Bruggen thans niet langer gebruikt voor verkeer, maar ingericht als parking.
Natuurstenen pijler aan het einde van de rij bruggen, bij de trap. Verbindingen tussen en trappen naar de bruggen bestaande uit baksteenwerk met arduinen bossage.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Cel Monumenten en Landschappen, archiefnummers DW000408 en W/00466.
LOGGHE F. 1999: Het Hazegras. De verloren rijkdom van een wijk. Een greep uit de geschiedenis, Oostende, 35.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Graaf de Smet de Naeyerbruggen en draaibrug over de Demeysluis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/56829 (geraadpleegd op ).