Vuurtoren van 1947 in opvolging van twee voorgangers respectievelijk verwoest tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Historiek
De eerste echte vuurtoren voor de oriëntering van de zeelui wordt pas in 1771 opgericht. Door de Oostendenaars "de vlaggenmast" genoemd - omdat er aan de top een mast met vlag stond - bevond hij zich op de dijk waar nu het monument ter ere van de zeelieden staat (zie Oostende, Zeeheldenplein). In 1845 wordt er rond de voet een houten paviljoen gebouwd, de zogenaamde "Cercle du Phare", een club voor de elite. In 1860 wordt de vuurtoren gedoofd, slachtoffer van de bouwwoede waardoor zijn straal langs de westerflank het zicht ontnomen werd. In 1861 bouwt de stad een nieuwe vuurtoren, op de plaats waar de huidige vuurtoren staat. Hij is 60 m hoog, telt 273 treden en is toegankelijk voor het publiek. In 1915 wordt hij door de Duitsers gedynamiteerd. Tussen 1918 en 1920 komt de oude vuurtoren weer in dienst. Tot 1926 wordt er op het Fort Napoleon een tijdelijk seinlicht opgesteld. In 1926 komt een nieuwe vuurtoren in dienst die in 1944 door de Duitse bezetter wordt vernield. De huidige vuurtoren zogenaamd "Lange Nelle" komt in 1949 in dienst. In 1994 wordt de toren gerestaureerd en beschilderd naar ontwerp van Ignace Van Isacker.
Beschrijving
Cilindervormige betonnen toren op een polygonale voet. De vuurtoren rijst op uit een dienstgebouw op vierkant grondplan. Lichthuis met bouten, gietijzeren steunen, koperen koepel. Technische gegevens: Ligging: 51°14' 2" N en 2°55' 9" O; hoogte : lichthoogte: 65 m, torenhoogte: 57,50 m, 324 treden; lichtsector: karakter Fl (3) W10 s (wit groepsschitterlicht met 3 schitteringen om de 10 s); reikwijdte 27 zeemijl; optiek: 2 Fresnel-lenzen met nog bewaarde pude aandrijving VEM Antriebstechnik Thurm, nu functioneel vervangen door nieuw systeem. In de Fresnellenzen zit onderdeel dat tevens een opwaarts gerichte straal genereert; lichtsterkte: 1.940.000 candela; huidige lamp: halogeen 3000 W, 220 V., 50.000 lumen; rotatie vanaf 1953 elektrisch in plaats van met carbid(acetyleen)gas (delen van de oude gasinstallatie bewaard). Werking aan/uit kan door middel van mechanisme met gewicht worden overgenomen indien de stroomvoorziening uitvalt. Het geheel draait op kwikbad. De oorspronkelijke lichtinstallatie van de vorige toren is opnieuw gemonteerd. Deze installatie is van het merk "BARBIER, BERNARD, TURENNE S.A. PARIS, NR 46.510".
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nrs. DW002331 en W/01230.
MAES M., De vuurtorens van Oostende, in Jaarboek Ostendiana, I, 1972, p. 119-121.
WARZEE Philippe, De Vuurtorens van Vlaanderen, Brussel 1999.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)