Neogotische parochiekerk gewijd aan Sint-Antonius van Padua, naar een ontwerp door de architect Jules Bilmeyer uit 1904, opgetrokken in 1906-1910, na afbraak van de 17de-eeuwse kapucijnenkerk.
De kapucijnen, in Antwerpen aanwezig sinds 1585, verwierven in 1587 een groot eigendom aan de Paardenmarkt, nabij de vesten en de Rode Poort. In 1589 wijdde bisschop Livinus Torrentius de eerste kapel in, die al in 1613 werd vervangen door een tweede kapel, ingewijd door bisschop Joannes Malderus in 1614. Deze eenvoudige zaalkerk met een schip, zijkapel, koor en klokkentorentje, was vanwege de oriëntatie op het oosten parallel ingeplant aan de Paardenmarkt, voorafgegaan door een ommuurd voorpleintje met poort. Het aansluitende, volledig ommuurde klooster telde omstreeks 1660 65 cellen, 18 ziekenkamers en een pesthuis. Nadat in 1794 hun belangrijkste kunstwerken waren aangeslagen, werden de kapucijnen in 1797 door het Franse bewind verdreven, gevolgd door de verbeurdverklaring en verkoop van kerk en klooster in 1798. Na het concordaat van 1801 kochten omwonende burgers de kerk, om ze opnieuw voor de eredienst te heropenen, aanvankelijk als hulpkerk van de Sint-Jacobskerk, later als zelfstandige parochiekerk.
Al in 1867 ontwierp de architect Louis Baeckelmans een nieuwe parochiekerk, een centraalbouw gemarkeerd door een monumentale, octogonale koepel met spits. De start van de bouw sleepte nog bijna veertig jaar aan, wegens onenigheid tussen het stadsbestuur en de kerkfabriek over de inplanting en oriëntatie van de kerk. Jules Bilmeyer tekende in 1904 de plannen voor de huidige kerk, waarvan enkel het gevelfront en de toren teruggingen op het ontwerp van Baeckelmans. De ambitieuze centraalbouw maakte plaats voor een veeleer conventionele, basilicale kruiskerk. Kardinaal Désiré-Joseph Mercier legde in 1906 de eerste steen voor de parochiekerk, die in 1910 werd voltooid en ingewijd. Van de in 1908 gesloopte oude kapucijnenkerk resten de jaarankers 1613 van de voorgevel, aangebracht op de schermgevel van de pastorietuin. Eén vleugel van het kapucijnenklooster bleef behouden als Bewaarschool Sinte Maria.
De Sint-Antonius van Paduakerk behoort tot de reeks monumentale neogotische kerken van Antwerpen. Ze is opvallend aanwezig in het straatbeeld van de Paardenmarkt en is markant omwille van haar monumentaal interieur waarin uitsluitend natuursteen gebruikt is. De ongewone rijkdom aan aanwezige kunstwerken vindt zijn oorsprong in de oude kapucijnenkerk uit 1613. De kunstwerken die ingebracht werden na de bouw van de kerk (muurschilderingen, glas-in-loodramen, beelden, altaren, preekstoel) vormen samen met de architectuur een organisch geheel. De buitenrestauratie (bedaking, gevels, glas-in-loodramen) onder leiding van het architectenbureau Steenmeijer architecten, ging in 2015 van start, en was in 2018 nog aan de gang.
De plattegrond van de noord-zuid georiënteerde, driebeukige kruiskerk, omvat een narthex geflankeerd door de vroegere doop- en trouwkapel en de toren, een schip van vijf traveeën, een transept met twee zijkapellen, en een koor van twee traveeën met vijfzijdige sluiting en eveneens twee zijkapellen. Ten westen van het schip bevindt zich een bergplaats, ten oosten een ruim catecheselokaal met bovenlicht. Van het oostelijk transept leidt een galerij naar het zijportaal in de Rijnpoortvest. Ten oosten van het koor leunt een geschrankt volume van drie bouwlagen onder een mansardedak aan, dat gelijkvloers ruimte biedt aan de kerkmeesterskamer, een traphal en de sacristie met wandkasten.
Het kerkgebouw is opgetrokken uit rode baksteen verlevendigd met witte natuursteen, afgedekt door leien zadeldaken. De voorgevel en toren onderscheiden zich door een volledig parement uit witte natuursteen. De voorgevel heeft een verspringende lijn bestaande uit twee puntgevels en een 78 meter hoge toren. De middenpartij is gemarkeerd door versneden steunberen, en wordt bekroond door een met hogels afgezette puntgevel, geflankeerd door zeshoekige torentjes onder een ronde spits. Het portaal waarvan het blinde boogveld neerkomt op zuiltjes met krulbladkapiteel, bestaat uit een dubbele deur met op de makelaar het beeld van Sint Antonius met kind op de linker arm (beeldhouwer niet gekend). Hogerop een brede rondboognis waarin een groot roosvenster, met een opengewerkte balustrade waarin één beeld van Sint-Lodewijk (beeldhouwer niet gekend), het enige van een geplande reeks van zeven vermoedelijk franciscaanse heiligen. In de top spitsboogvormig tweelicht en radvenster.
Aan de oostzijde staat een vierkant toren van drie verdiepingen gestut door steunberen en gemarkeerd door waterlijsten, de stenen zeskantige spits afgezet met acht arkeltorentjes, hogels en een kruis. Het portaal met spitsboogomlijsting wordt bekroond door een puntgevel met vierpas. Hogerop is de toren opengewerkt met spitsboogvormige één- of tweelichten, in de derde geleding telkens gevat in één grote spitsboog.
Aan de westzijde van de voorgevel kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Goed Succes (vroegere doop- en trouwkapel). Lage puntgevel met boven de deur een geprofileerde spitsboog met mozaïek en een drielicht; zijpuntgevel met roosvenster.
Zij- en koorgevels van baksteen met gebruik van natuursteen gemarkeerd door versneden steunberen. Transeptarmen eindigend op puntgevels met roosvenster.
Het interieur is volledig uit natuursteen opgetrokken. Bundelpijlers en zuilen met krulbladkapiteel waarop schalken onder stenen kruisribgewelven. Driedelige opstand in schip, transept en koor, opgebouwd uit spitsboogarcaden, een triforium met spitsboogvormige drielichten, spitsboog- of roosvensters. In de transeptarmen en boven het portaal met beschilderd boogveld telkens een doksaal met opengewerkte balustrade. Tweeledige opstand in de koorsluiting, met een spitboogarcade in het onderste register, waarvan de vierpassen zijn gevuld met tien gebeeldhouwde medaillons die scenes uit het Oude en Nieuwe Testament verbeelden.
Het mobilair is ten dele afkomstig van de afgebroken kapucijnenkerk, onder meer schilderijen van Erasmus II Quellinus, Jan Boeckhorst, Jacob Jordaens, Jan Cossiers, Antoon Van Dyck, Gerard Seghers, en het atelier van Pieter Paul Rubens. Verder devotiebeelden ook afkomstig uit de gesloopte Sint-Walburgiskerk, waaronder een gepolychromeerde houten Onze-Lieve-Vrouw van Goed Succes uit 1604, een 18de-eeuwse marmeren Verrezen Heer door Alex Schobbens en een laat-17de-eeuwse Mater Dolorosa door Artus II Quellinus. Eiken cataloog van de Broederschap van de 14-daagse Berechting van omstreeks 1816. In de sacristie werd het meubilair van de oude kerk opnieuw opgesteld.
Opvallende kruisweg door Ernest Wante uit 1909, uitgevoerd als muurschildering in de zijbeuken, en een Heilige Maagd Koningin van de Hemel in het boogveld van het zuidportaal uit 1910.
Het hoofdaltaar uit natuursteen en marmer draagt gebeeldhouwde reliëfs met een Majestas Domini, symbolen van de evangelisten, de profeten Jesaja en Malachias. Hierop rust een retabel en tabernakel uit gedreven koper, vervaardigd door het Luikse atelier J. Wilmotte et Fils uit 1920, met het Laatste Avondmaal, de Calvarie en de Bruiloft van Kana. De zijaltaren zijn van het atelier van Pieter De Roeck en zijn te dateren 1911 en 1928-1930. Het zijaltaar aan de westzijde heeft een fijn gebeeldhouwd eiken retabel met scènes uit het leven van Maria, dat aan de oostzijde heeft een eiken retabel met scènes uit het leven van de Heilige Antonius, ook op de geschilderde luiken door Ernest Wante. Het altaar van de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Goed Succes (vroegere doop- en trouwkapel) is het voormalige hoofdaltaar van de kapucijnenkerk door Jan Baptist Van Wint en Jan Baptist De Boeck uit 1860. Neogotische eiken preekstoel van Jan Gerrits uit 1915, waarvan de kuip bestaat uit zeven panelen met scènes uit het openbare leven van Jezus en beeldjes van de vier oosterse en de vier westerse kerkvaders. Triomfkruis door Pieter De Roeck uit 1910. Communiebanken uit messing en email naar ontwerp van Jules Bilmeyer uit 1909.
Alle glas-in-loodramen (schip, transept, koor) zijn van het atelier Stalins-Janssens en dateren van 1908-1909. De vijf hoge koorramen stellen de twaalf apostelen en vier evangelisten voor, aan weerszij van de Heilige Familie en de Heilige Drievuldigheid, boven de patroonheiligen van de schenkers, waaronder Franciscus van Assisi en Antonius van Padua. De drie grote roosvensters hebben een floraal patroon met in het centrale medaillon het Lam Gods, Onze-Lieve-Vrouw van Goed Succes en het wapenschild van de familie Agie.
Twee gedenktekens aan beide zijden van het zuidportaal door Edward Deckers: beeldengroep Heilige Anna, Joachim en Maria uit 1913, en het Oorlogsmonument Wereldoorlog I uit 1923. Stenen Heilige Coleta door Deckers uit 1930. Van het gedenkteken voor de parochiepriesters Franciscus Van Roost en Eugeen Thielemans uit 1924-1927, een triptiek uit gedreven koper en email, is de maker niet gekend.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo; Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. & Brenders F. 2018: Parochiekerk Sint-Antonius van Padua [online], https://id.erfgoed.net/teksten/280901 (geraadpleegd op ).
Aan de Paardenmarkt ligt de neogotische parochiekerk Sint-Antonius, die in 1910 werd gebouwd onder leiding van Jules P. Bilmeyer (1850-1920).
Kerk opgericht in 1910 door J.P.Bilmeyer naar ontwerp van F.Baeckelmans, op de plaats van de in 1908 afgebroken Kapucijnenkerk.
De Sint-Antoniuskerk behoort tot de reeks monumentale neogotische kerken van Antwerpen. Ze is opvallend aanwezig in het straatbeeld van de Paardenmarkt en is markant omwille van haar monumentaal interieur waarin uitsluitend natuursteen gebruikt is. De ongewone rijkdom aan aanwezige kunstwerken vindt zijn oorsprong in de oude Kapucijnenkerk uit 1613. De kunstwerken die ingebracht werden na de bouw van de kerk (schilderijen, beelden, altaren, preekstoel) vormen samen met de architectuur een organisch geheel.
De kerk is noord-zuid georiënteerd. Het oorspronkelijk ontwerp van Baeckelmans uit 1898 voorzag een centraalbouw met koepel. Van dit ontwerp werd uiteindelijk alleen de voorgevel door Bilmeyer gerealiseerd. De vormgeving van het schip werd grondig gewijzigd. Driebeukige kruiskerk met schip van vijf traveeën, transept met zijkapellen, koor van twee traveeën en een vijfzijdige sluiting onder leien zadeldaken. Opgetrokken uit baksteen verlevendigd met natuursteen; voorgevel volledig in witte natuursteen. De voorgevel heeft een verspringende lijn bestaande uit twee puntgevels en een 78 meter hoge toren. De middenpartij is gemarkeerd door versneden steunberen en bekroond door een met hogels afgezette puntgevel, geflankeerd door zeshoekige torentjes onder een ronde spits. Portaal met blind boogveld neerkomend op zuiltjes met krulbladkapiteel, dubbele deur met op de makelaar een beeld van Sint Antonius met kind op de linker arm. Verder brede rondboognis met opengewerkte balustrade waarin één heiligenbeeld en een groot roosvenster. In de top spitsboogvormig tweelicht en radvenster. Aan de oostzijde staat een vierkant toren van drie verdiepingen gestut door steunberen en gemarkeerd door waterlijsten, stenen zeskantige spits afgezet met hogels. Portaal met spitsboogomlijsting bekroond met een puntgevel, hogerop opengewerkt met spitsboogvormige één- of tweelichten, op de derde verdieping telkens gevat in één grote spitsboog. Aan de westkant van de voorgevel kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Goed succes: lage puntgevel met boven de deur een geprofileerde spitsboog met mozaïek en een drielicht; zijpuntgevel met roosvenster. Zij- en koorgevel van baksteen met gebruik van natuursteen gemarkeerd door versneden steunberen. Transeptarmen eindigend op puntgevels met roosvenster.
Het interieur is volledig in natuursteen uitgebouwd. Bundelpijlers en zuilen met krulbladkapiteel waarop schalken onder stenen kruisribgewelven; triforium met spitsboogvormige drielichten. In de transeptarmen en boven de ingangsdeur met beschilderd boogveld telkens een doksaal met opengewerkte balustrade. Het meubilair is ten dele afkomstig van de afgebroken kapucijnenkerk met schilderijen van Jan Cassiers, A. Van Dijck (?), Jan Boeckhorst, Gerard Zegers, P.P.Rubens en de school van Rubens. In de sacristie werd het meubilair van de oude kerk opnieuw opgesteld. In de kerk zelf is de kruisweg van Ernest Wante opvallend, uitgevoerd als muurschildering in de zijbeuken. Het hoofdaltaar in natuursteen en gedreven koper dateert van 1920 en komt uit het atelier van J.Wilmotte uit Luik. De zijaltaren zijn van het atelier De Roeck en zijn te dateren 1911 en 1928. Het zijaltaar aan de westzijde heeft een fijn gebeeldhouwd retabel met scènes uit het leven van Maria, dat aan de oostzijde heeft een retabel met scènes uit het leven van de H. Antonius. Alle glasramen zijn van het atelier Stalins-Janssens en dateren van 1908-09. Preekstoel van Jan Gerrits uit 1915. De kuip bestaat uit acht panelen met bijbelse taferelen.
Bron: Beschermingsdossier DA002380, Sint-Antoniuskerk (digitaal dossier)
Auteurs: Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Brenders F. 2003: Parochiekerk Sint-Antonius van Padua [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166110 (geraadpleegd op ).
Op de plaats van het voormalige kapucijnenkerkje van 1613 dat in 1908 gesloopt werd. Neogotische kerk in 1867 ontworpen door L. Baeckelmans en circa 1910 gebouwd door J. P. Bilmeyer.
Driebeukige kruiskerk met schip van vijf traveeën, transept met zijkapellen, koor van twee traveeën en een vijfzijdige sluiting (ten noorden) onder leien zadeldaken. Opgetrokken uit baksteen verlevendigd met natuursteen; voorgevel en inwendig volledig bekleed met witte steen.
Voorgevel (ten zuiden) met verspringende gevellijn bestaande uit twee puntgevels en de achtenzeventig meter hoge toren. Middenpartij gemarkeerd door versneden steunberen en bekroond door een met hogers afgezette puntgevel, laatstgenoemde geflankeerd door zeshoekige torentjes onder een ronde spits. Portaal met blind spitsboogveld neerkomend op zuiltjes met krulbladkapiteel, dubbele deur met op makelaar een beeld van Sint-Antonius met kind op linkerarm. Verder brede rondboognis met opengewerkte balustrade waarin en heiligenbeeld en een groot roosvenster. In de top spitsboogvormig tweelicht en radvenster.
Ten oosten vierkante toren van drie verdiepingen gestut door steunberen en gemarkeerd door waterlijsten, stenen zeskantige spits afgezet door hogers. In portaal spitsboogomlijsting bekroond met een puntgevel; hogerop opengewerkt met spitsbogige een- of tweelichten, laatstgenoemde op de derde verdieping telkens gevat in een grote spitsboog.
Aan westkant van de voorgevel: kapel met Onze-Lieve-Vrouw van Goed Succes; lage puntgevel met boven de deur een geprofileerde spitsboog met mozaïek en een drielicht; zijpuntgevel met roosvenster.
Zij- en koorgevels van baksteen met gebruik van natuursteen gemarkeerd door versneden steunberen. Transeptarmen eindigend op puntgevels met roosvenster. Spitsboogvensters met radvenster in bovenlicht.
Inwendig: bundelpijlers en zuilen met krulbladkapitelen waarop dito schalken onder stenen kruisribgewelven; triforium met spitsbogige drielichten. In transeptarmen en boven de ingangsdeur met beschilderd boogveld telkens een doksaal met opengewerkte balustrade.
Mobilair. Schilderijen van Jan Cassiers, A. Van Dijck (?), Jan Boeckhorst (17de eeuw), Ger. Zegers (16de tot 17de eeuw), P. P. Rubens (17de eeuw) en de school van Rubens. Links en rechts van het hoofdaltaar: moderne muurschilderingen met bijbeltaferelen.
Heiligenbeelden: Beeldhouwwerken van onder andere J. B. De Boeck, J. B. Van Wint, Jan Gerrits (preekstoel), P. J. De Cuyper, F. Deckers, F. van Ussel en andere.
Neogotisch meubilair (altaren + preekstoel). Biechtstoelen ingewerkt in zijmuren onder muurschilderingen: de Kruisweg door Ernest Wante.
Ten oosten van de kerk: neotraditionele trapgevel (zes treden + overhoekse topstukken) met jaarankers 1613 van het in 1908 gesloopte kapucienenkerkje. Eveneens tegen de gevel een calvarie: kruisbeeld geflankeerd door Onze-Lieve-Vrouw en Heilige Johannes; oorspronkelijk (1737) geplaatst op de Kalkbrug (nu Sint-Paulusplaats) en begin 19de eeuw overgebracht naar het binnenpleintje van het oude kapucienenkerkje.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Parochiekerk Sint-Antonius van Padua [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5685 (geraadpleegd op ).