is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Thermae Palace
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Venetiaanse Gaanderijen, Thermae Palace en Nieuwe Koninklijke Gaanderij
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Thermae Palace
Deze vaststelling was geldig van tot
In 1929 wordt besloten om een thermaal instituut inclusief thermen en een "Grand Hôtel" op en achter de "Koninklijke gaanderijen" te bouwen: het "Palais des Thermes", nu "Thermae Palace".
1856: stadsarchitect P. Van Hercke ontdekt in 1856 na het boren van een artesische put mineraal bronwater in het Leopoldpark, Leopold II drukt tijdens de inhuldiging van het nieuwe kuuroord de wens een thermaal gebouw op te richten. Toch verwijst geen enkel urbanisatie- of verfraaiingplan naar thermale activiteit. Tot 1876: architect A. Dujardin (Luik) en promotor-financier L. Delbouille plannen een groot therapeutisch instituut; de gemeente weigert de vergunning. Het kleine "Etablissement Hydrothérapeutique d'Ostende", waarvan Dujardin directeur wordt, wordt wel gerealiseerd. In 1908, 1912 en 1926 stelt stadsarchitect Gustaaf Vandamme drie maal vergeefs voor een "Palais des Thermes" te bouwen, respectievelijk aan het Marie-Joséplein, in het Leopoldpark en ter hoogte van het Koninklijk Chalet. Laatstgenoemde vertoont grote overeenkomsten met het eindelijk uitgevoerde ontwerp. De baden vormen er een verbinding tussen enerzijds de Zeedijk en anderzijds de "Koninklijke gaanderijen" die leiden naar de toegang tot de Wellingtonhippodroom en het aan de dijk gelegen "Royal Palace Hotel". Samen met deze studieprojecten worden stedenbouwkundige verfraaiingplannen uitgewerkt, waarvan geen enkel wordt gerealiseerd.
De uiteindelijke bouw van het neoclassicistische "Thermae Palace", met interieur in art-decostijl, gebeurt naar ontwerp van het Parijse architectencollectief Julien Flegenheimer, Henri Bard en F. Garella en de Oostendse architect André-Louis Daniëls (1883-1976); de bijhorende urbanistische projecten blijven onuitgevoerd. Aannemer Van Coillie realiseert het project in achttien maanden. Op 28 juni 1933 kunnen koning Albert en koningin Elisabeth het complex inhuldigen; het zwembad is reeds sedert april in gebruik. Het prestigieuze "Palais des Thermes" stelt vanaf de openstelling zware problemen op het vlak van de uitbating. Vanaf de Tweede Wereldoorlog wordt het gesloten. In de jaren 1970-1980 wordt de draad opnieuw opgenomen, mits de nodig geachte aanpassingen en verbouwingen in het kader van een haalbare, eigentijdse uitbating: een luxe-hotel met congresruimtes onder meer ter hoogte van het oorspronkelijke zwembad.
Voormalig "Palais des Thermes", oorspronkelijk met drie, elkaar overlappende functies: aan de landzijde, het thermaal instituut en de thermen, laatstgenoemde voornamelijk onder de grond aangebracht; aan zeezijde, het "Grand Hôtel" met onder meer koninklijke suite. Thans volledig ingericht tot hotel "Thermae Palace" met onder meer congresruimte en fitnesscentrum/discotheek respectievelijk ter hoogte van het vroegere zwembad en de thermen.
Monumentaal, neoclassicistisch complex ingepast in het midden van, en voorts gebouwd op en achter de in 1906 voltooide, lineair met de Zeedijk verlopende, tweebeukige "Koninklijke Gaanderijen". T-vorm onder plat dak: aan zeezijde, lange vleugel van drieëndertig traveeën - onder meer vooruitspringende hoektravee - ter hoogte van de tweede beuk van de "Koninklijke gaanderij" en met één en een halve bouwlaag en mezzanino uitstekend boven laatstgenoemde; aan landzijde, haaks aansluitende rechthoekige zuidvleugel van acht traveeën en één en twee halve bouwlaag, die aan de Koningin Astridlaan eindigt in de rechthoekige hoofdinkompartij, van respectievelijk drie traveeën breed en negen traveeën lang. Materialen. Skelet van gewapend beton; bakstenen vullingen met simili-bepleistering voorzien van schijnvoegen boven de arduinen sokkel; uitvoerige herstellingswerken van de gevels in 1986-1987 vervangen de verweerde elementen door replica, gegoten in similisteen.
Pilastergevels; anderzijds horizontaal opgevatte gevelordonnantie met begane grond als colonnade van gekoppelde Dorische zuilen of pilasters in herhaling van de "Koninklijke Gaanderijen", kordons en kroonlijsten. Zeegevel benadrukt door centraal attiek in de hoeken verrijkt met hoornen des overvloeds, en geflankeerd door twee kleinere attieken; tweede bouwlaag hier met rondbogige deurvensters naar het terras. Voorts rechthoekige vensters. Monumentale hoofdinkompartij geïnspireerd door het Romeinse triomfboogmotief: trappenbordes, drie rondbogige ingangen tussen gekoppelde Dorische zuilen onder hoofdgestel bekroond met gecanneleerde voluutconsoles; fraaie, beglaasde ijzeren deuren met geometrisch uitgewerkte hekken in art-decostijl; soortgelijke lantaarns ter hoogte op de trappenbordes.
Het interieur bewaart in grote lijnen de oorspronkelijke indeling, evenwel met nieuwe ingebrachte hotelfuncties ter hoogte van het vroegere thermaal instituut en de thermen. Van de oorspronkelijke uitvoering in art-decostijl - een combinatie van luxe en veelkleurige materialen keramiek en mozaïek - blijft relatief weinig bewaard.
Interieur. Hoofdinkompartij: hal, oorspronkelijk zogenaamd "Grande Salle de Repos", met typerende tegelbekleding en aan weerszijden van de oorspronkelijke toegang tot het zwembad, een minerale bron met opschrift "BRON ALBERT I, NATUURLIJK ALKALISCH BICARBONAAT HOUDEND WATER" - rechts in het Frans - boven en onder de bronzen leeuwenkop als kraan. Hier ook inhuldigingssteen: "INSTITUT THERMAL PROJETÉ PAR S.M. LE ROI LEOPOLD II, REALISÉ PAR DR. EDOUARD MOREAUX, BOURGEMESTRE D'OSTENDE, AVEC LA COLLABORATION DE MM. LES ÉCHEVINS DR. GEORGES VERHAEGHE, ALPHONSE ELLEBOODT, EMILE VROOME, JULES VANDERMEULEN. INAUGURÉ SOLENNEMENT LE 28 JUIN 1933 PAR S.M. LE ROI ALBERT I." Voormalig zwembad, nu conferentiezaal: nog herkenbare opdeling met bad afgezoomd met galerij - bewaarde ijzeren leuningen - en bovengalerij met kabines; ijzeren leuningen met ruitvormige indeling onder meer voorzien van de initialen "E" en "A" voor het vorstenpaar Elisabeth en Albert. Ten westen van de hoofdhal: trappenhuis rondom niet uitgevoerde liftkoker; ijzeren liftdeuren wel gerealiseerd.
Langsgalerij met fraaie betegeling volgens kleurrijk geometrisch patroon.
Van het oorspronkelijke "Grand Hôtel" met restaurant en feestzalen gedeeltelijk ondergebracht in de "Koninklijke Gaanderijen", bewaart eerstgenoemde naast een glas-in-loodraam met strandvoorstelling uit het atelier van de Oostendse kunstenaar F. Wouters, nog de oorspronkelijke luchters en wandverlichting.
Hotelinkom ter hoogte van het westelijk gedeelte van de "Koninklijke Gaanderijen": "palmvormige" stenen fontein, oorspronkelijk ten behoeve van de exploitatie van het Oostendse mineraalwater voor een breder publiek; voorheen ook bottelarij. Centraal: wenteltrap met uitgewerkte ijzeren leuning en trappaal, naar de bovenverdiepingen. Dito leuning voor de trappen leidend naar het souterrain, oorspronkelijk met onder meer de hamman; de typerende, blauwe - verschillende schakeringen - muurbekleding van faiencetegels en mozaïek weerspiegelt nog de luxueuze afwerking.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Koningin Astridlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Thermae Palace [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/56980 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.