Samenstel van twee traditionele huizen zogenaamd "de Boterstoop" en "Asynhof" die opklimmen tot de tweede helft van de 16de eeuw. Het gebouw werd in 1824 ingericht als "Gesticht voor Gebrekkige Vrouwen" en omstreeks 1855 verbouwd. Het beheer van de instelling berustte bij de Zusters der Christelijke Liefdadigheid. Het gevelfront werd in 1894 gerestaureerd door architect Edmond Leclef, met reconstructie van de kruiskozijnen.
Voorbouw van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak, waarin vier afgesnuite dakkapellen; getrapt aandak van acht treden met topstuk aan de linkerzijde. Lijstgevel in bak- en zandsteenbouw met speklagen, kruiskozijnen en kwartholle negblokken op een sokkel met schuine afzaat, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Registers van kruiskozijnen met druiplijst, op gelijkvloerse verdieping getralied en lager geplaatst in de eerste drie traveeën. Brede korfboogpoort met kwartholbeloop en waterlijst op consooltjes boven het opschrift "Christelijke Liefdadigheid Gesticht voor Oude Vrouwen"; ronde oculus als bovenlicht. Houten kroonlijst. In het interieur: eiken trap in Lodewijk XVI-stijl uit het laatste kwart van de 18de eeuw.
Binnenplaats, aangepast in het derde kwart van de 19de eeuw, omgeven door vleugels van vier en zes traveeën en twee bouwlagen onder leien mansardedaken waarin dakkapellen met gebogen frontons. Gecementeerde lijstgevels waarin rechthoekige vensters in geriemde omlijsting. Aan de noordzijde: schouderboogvormige vleugeldeur met waaier in een hardstenen omlijsting. Ankers met gekrulde spie wijzen op een oudere kern. Interieur met eiken trap (18de eeuw?) in voorbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1894#653.