Burgerhuis met een traditionele kern die minstens opklimt tot de 17de eeuw. Het breedhuis met dubbelhuisopstand van twee bouwlagen werd oorspronkelijk in de tweede travee gemarkeerd door een rondboogdeur van het type 'diamantpoortje' met bolkozijn. De weduwe Haerts liet in 1838 de kruiskozijnen van de bovenverdieping aanpassen tot rechthoekige vensters. In opdracht van de handelaar Corneille David werd het pand in 1865 tot zijn huidige vorm in neoclassicistische stijl verbouwd. Hij liet het 'diamantpoortje' wijzigen tot een rechthoekige deur, hardstenen lekdrempels toevoegen aan de vensters, en een tweede verdieping optrekken.

Rijwoning met dubbelhuisopstand van vier traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (nok parallel aan de straat). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met plint, de eerste twee bouwlagen vermoedelijk in bak- en zandsteenbouw verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Regelmatig compositieschema in verkleinende ordonnantie, opgebouwd uit registers van vlak omlijste rechthoekige deur- en vensteropeningen met geprofileerde dagkanten, individuele lekdrempel, en op de bovenverdiepingen geprofileerde onderdorpels. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst. Bewaarde houten inkomdeur.

Aan de rechterzijde (nummer 4A) aanleunende, gecementeerde blinde muur van drie traveeën met rondboognissen, de bogen steunend op pilasters, hardstenen plint en klassiek hoofdgestel met attiek.