Traditioneel diephuis oorspronkelijk met trapgevel dat minstens opklimt tot de 17de eeuw. Volgens de bouwaanvraag uit 1845, liet de heer J.J. Witdoeck een volledig nieuwe neoclassicistische lijstgevel optrekken. Aanvankelijk plande hij slechts een aanpassing van de bestaande trapgevel, maar opteerde op verzoek van stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla voor een meer radicale ingreep.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, pannen). Oorspronkelijk bepleisterde, vandaag gedecapeerde bakstenen lijstgevel met gedecapeerde plint. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met lekdrempel; ijzeren parapetten op de eerste verdieping. Rechthoekige inkomdeur in een vlakke hardstenen omlijsting met neuten en gestrekte, geprofileerde waterlijst in de linker travee. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Achtergevel: bepleisterde puntgevel.