Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer J. Jans, naar een ontwerp door de architect Eugène Dieltiëns uit 1892. Deze verving in 1897 het zadeldak door een mansardedak.
Het burgerhuis behoort tot het rijpe oeuvre van Eugène Dieltiëns, wiens carrière begin jaren 1880 van start ging, en die als architect actief was tot 1923. Tijdens de laatste twee decennia van de 19de eeuw bracht hij een conventionele productie van voornamelijk burgerhuizen in neoclassicistische stijl tot stand. Vanaf de vroege jaren 1900 ontwierp hij zowel in een eclectische stijl van klassieke of neo-Vlaamserenaissance-inspiratie, als in beaux-artsstijl met een decor ontleend aan régence en rococo.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een mansardedak (kunstleien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van rechthoekige muuropeningen, de inkomdeur gevat in een entablement met imposten en consoles. Pilasters met lijstkapiteel ritmeren de bovenverdiepingen, waarvan de eerste zich onderscheidt door een rozettenfries en panelen op de borstwering, en de tweede door individuele lekdrempels met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met bewerkte fries en vernieuwde kroonlijst vormt de gevelbeëindiging; de centrale houten dakkapel met pilasters en metopenfries had oorspronkelijk een driehoekig fronton als bekroning. Bewaarde houten inkomdeur en gietijzeren voetschraper.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281002 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak (leien) waarin een dakkapel met driehoekig fronton (vierde kwart van de 19de eeuw). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met imitatiebanden op gelijkvloers, puilijst, kordons en versierde borstweringen. Rechthoekige bovenvensters tussen penanten uitgewerkt als gedrongen pilasters met kapitelen, op tweede bouwlaag doorlopende latei met rozetversieringen.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5728 (geraadpleegd op ).