Geheel van drie gekoppelde winkelhuizen in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de bankier Louis Godderis, naar een ontwerp door Charles Seldenslach uit 1893. Seldenslach voerde tussen 1885 en 1893 in totaal zes nieuwbouwprojecten uit voor Godderis, goed voor zestien winkelhuizen. Van twee projecten was broer Albert Godderis medebouwheer. Het betrof een complex van drie panden op de zuidelijke hoek van Plantinkaai en Kromme Elleboog in 1885, een eerste geheel van drie panden aan de Rijnkaai en een complex van drie panden op de zuidelijke hoek van Sint-Michielskaai en Vlaanderenstraat in 1886, een tweede complex van twee panden op de Rijnkaai en een geheel van twee panden in de Amsterdamstraat in 1889. Voor een complex van vier panden en een pakhuis op de noordelijke hoek van Plantinkaai, Rijkenhoek en Scheldeken, deed Godderis eveneens in 1889 beroep op de Blankenbergse architect Anselm Vernieuwe. Op drie verbouwde panden aan de Rijnkaai 27-29 na, is van deze vastgoedprojecten niets bewaard. De drie winkelhuizen Plantinkaai 8-10 werden omstreeks 1999 gesloopt voor een nieuwbouwflat.

Over de carrière van Charles Seldenslach, die valt te situeren tussen begin jaren 1860 en 1905, is nog maar weinig bekend. Tot zijn vroegste en meest opmerkelijke realisaties in neo-Vlaamserenaissance-stijl behoort het winkelpand Kennes uit 1879, op de hoek van Isabellalei en Sint-Vincentiusstraat. Deze stijl bleef hij minstens tot eind jaren 1890 toepassen, met name voor een aantal panden aan de kaaien van Schelde en Kattendijkdok. Voor andere ontwerpen maakte hij in dezelfde periode gebruik van een conventionele neoclassicistische stijl.

Drie gekoppelde rijwoningen van drie of twee traveeën en vier bouwlagen onder zadeldaken (pannen). Lijstgevels met een parement uit baksteenmetselwerk en witte natuursteen op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door cordonvormende lekdrempels, zijn de opstanden opgebouwd uit verkleinende registers van getoogde deur- en vensteropeningen, met veelkleurige tegelpanelen op de borstweringen. Een houten kroonlijst op klossen en tandlijst, waaronder een decoratieve baksteenfries, vormt de gevelbeëindiging.

Eenheidsbebouwing uit het eerste kwart van de 20ste eeuw; drie bakstenen lijstgevels van twee à drie traveeën, vier bouwlagen en zadeldak (mechanische pannen). Horizontaal geritmeerd door kordon vormende lekdrempels en een versiering van gekleurde faïencetegels op de borstweringen. Steekboogvensters met rollaag en platte laag, verkleinend naar boven toe. Aflijnende houten kroonlijst op klossen en tandlijst waaronder decoratieve baksteenfries.